De chemicus Gabriel Veith van het Oak Ridge National Laboratory stelt dat silica-nanodeeltjes in het elektrolyt het brand- en ontploffingsgevaar van lithium-ionaccu's kunnen inperken. Daarmee zou een belangrijk nadeel van dit type accu's deels worden weggenomen.
Tijdens het zomercongres van de American Chemical Society heeft Veith voorgesteld om silicapoeder te gebruiken om het elektrolyt in lithium-ionaccu's beter bestand te maken tegen brand. Silica, oftewel siliciumoxide, wordt toegevoegd aan het elektrolyt. Als een accu bijvoorbeeld een harde val maakt, zorgt het silica ervoor dat het elektrolyt verhardt. Daarmee wordt voorkomen dat de positieve en negatieve elektroden met elkaar in contact kunnen komen. Elektrolyt is de vloeistof die ervoor zorgt dat de ionen in een accu zich kunnen bewegen en er sprake is van een stroomvoorziening.
Om elektrolyten impact-bestendig te maken wil Veith perfect bolvormige deeltjes van siliciumoxide gebruiken met een homogene diameter van 200nm. In essentie is dat superfijn zand. Die deeltjes kunnen, doordat ze zo homogeen en klein zijn, goed door vloeibare, hedendaags gebruikte elektrolyten gemengd worden. Volgens de chemicus is de homogeniteit van de deeltjes cruciaal, omdat de vloeistof van het elektrolyt anders minder stroperig wordt. Bij een impact klonteren de silicadeeltjes samen, waardoor ze de beweging van ionen en het vloeistof blokkeren.
Volgens de chemicus vergt het toevoegen van silica slechts een kleine aanpassing van het conventionele hedendaagse fabricageproces van accu's. Dat maakt het in theorie een relatief goedkope manier om brandveiligere accu's te produceren. Hij stelt voor om bij de productie eerst het silica aan te brengen en pas daarna het elektrolyt toe te voegen. Als het poeder namelijk door het elektrolyt wordt gemengd, wordt het elektrolyt meteen vast als het in de accu wordt gespoten. Veith heeft een octrooi aangevraagd op deze fabricagetechnologie.
Er zijn al andere laboratoria die enigszins vergelijkbare toepassingen met silica hebben bestudeerd; daarbij zijn onregelmatige gevormde of staafvormige silicadeeltjes gebruikt. Veith denkt dat het wellicht eenvoudiger is om zijn sferische deeltjes te maken. Bovendien denkt hij dat zijn deeltjes sneller reageren bij een impact en dus meer stopping power hebben. Wetenschappers werken ook al langer aan de ontwikkeling van solidstateaccu's, waarbij geen vloeistoffen worden gebruikt. Die zijn daardoor veiliger en hebben ook hogere energiecapaciteiten, maar vooralsnog is het lastig om dit type accu's goedkoop en op grote schaal te maken.
Brandgevaar ligt bij lithium-ionaccu's in theorie altijd op de loer als ze een impact krijgen te verduren, bijvoorbeeld bij een beschadiging of als ze niet goed zijn verpakt. Als daardoor de anode en de kathode contact met elkaar maken, ontstaat kortsluiting. De temperatuur kan dan snel oplopen waardoor het elektrolyt vlam kan vatten. De temperatuur wordt dan alsmaar hoger, waarna de accu zelfs kan exploderen omdat de druk te hoog wordt. Een ontwerpfout van de accu's van de Samsung Note 7-smartphone leidde bijvoorbeeld tot relatief veel telefoons die vlam vatten.
Veith kwam op dit idee toen hij met zijn kinderen in de keuken aan het spelen was met maizena en water. Deze suspensie van zetmeel in water wordt ook wel oobleck genoemd. In een rusttoestand is de stof vloeibaar, maar zodra je het oppervlak waar de stof op ligt klappen geeft, wordt het een vaste stof door de toenemende druk. Er kunnen bijvoorbeeld heel goed balletjes van gekneed worden, maar in rust wordt het weer vloeibaar.
Uiteindelijk wil hij zijn systeem doorontwikkelen zodat alleen het beschadigde deel van een accu hard wordt, terwijl de rest van de accu gewoon blijft werken. De onderzoeker en zijn team willen deze accutechnologie in eerste instantie toepassen in drones, maar uiteindelijk zien ze ook mogelijkheden voor de automarkt. Tevens denkt Veith op basis van de toevoeging van silica grotere batterijen te kunnen maken die zo sterk zijn dat ze als kogelwerend vest kunnen dienen. Dat kan volgens hem het gewicht dat soldaten op een missie moeten meeslepen aanzienlijk beperken, omdat dan het meesjouwen van aparte, extra batterijen niet meer nodig is.