Tsinghua Unigroup, een chipmaker waar de Chinese staat een meerderheidsbelang in heeft, gaat een nandgeheugenfabriek bouwen in Nanjing. Het bedrijf trekt daar omgerekend 28 miljard euro voor uit. Tsinghua wil zich bij de grootste chipfabrikanten ter wereld voegen.
In de nieuwe fabriek gaat Tsinghua dramgeheugen en 3d-nandgeheugen maken, schrijft EETimes. Een eerste investering van zo'n 9 miljard euro moet een faciliteit opleveren waar 100.000 wafers per maand verwerkt kunnen worden. Wanneer de bouw van start gaat en wanneer de geheugenfab operationeel moet zijn, heeft Tsinghua niet bekendgemaakt.
Tsinghua werkt ook aan een andere geheugenfabriek in de Chinese stad Wuhan. De bouw van die fab, waar een bedrag van 22,5 miljard euro mee is gemoeid, werd vorig jaar maart aangekondigd. In datzelfde jaar poogde de Chinese chipfabrikant om Micron over te nemen met een bod van 21 miljard euro. Die overname ketste af omdat toezichthouders in de VS de overname waarschijnlijk niet zouden goedkeuren.
Eind 2015 maakte Tsinghua Unigroup bekend een grote rol te willen spelen op de wereldwijde chipmarkt en zich in de rij fabrikanten Intel, Samsung, TSMC en GlobalFoundries te scharen. Het bedrijf wil die positie bereiken door miljarden te investeren in productiefaciliteiten en overnames.
Tsinghua heeft in de afgelopen jaren al verschillende overnames gedaan. Eind 2013 lijfde het bedrijf de Chinese chipmakers Spreadtrum en RDA Microelectronics in, daarmee werd het de grootste chipfabrikant van China. Intel nam in 2014 een belang van twintig procent in Tsinghua Unigroup.
Tsinghua Unigroup werd in 1988 opgericht vanuit de universiteit van Tsinghua en is voor 51 procent in handen van het Chinese staatsbedrijf Tsinghua Holdings. De overige 49 procent is eigendom van een investeringsgroep. De bouw van de geheugenfabrieken past bij de plannen van de Chinese overheid om zoveel mogelijk buitenlandse technologie te vervangen door eigen varianten. Dat 'vervangingsprogramma' zou in 2020 afgerond moeten zijn.