Microsoft gaat de komende weken zelf ontworpen field programmable gate arrays inzetten voor deep learning-toepassingen. Uiteindelijk moeten de chips van Project Catapult leiden tot een supercomputer voor kunstmatige intelligentie.
Microsoft gebruikt al zijn eigen fpga's voor de Bing-zoekmachine en de Azure-cloudopslagdienst, maar breidt dit de komende weken uit naar nieuwe zoekalgoritmes op basis van deep neural-netwerken, schrijft Wired. De herprogrammeerbare chips moeten voor een aanzienlijke snelheidsverbetering zorgen bij het uitvoeren van machine learning-toepassingen.
De Catapult v2-servers moeten zo gebruikt worden voor beeldherkenning en taalverwerking en in de toekomst ook voor compressie en encryptie bij Office 365. In de komende jaren gaat Microsoft al zijn nieuwe servers met een fpga uitrusten. De nieuwe architectuur moet flexibeler ingezet kunnen worden dan de eerste generatie Catapult-servers. De accelerators van die servers bestaan uit een Altera Stratix V D5-fpga met een pci-e x16-verbinding, 4GB ddr3 en twee qsfp-interconnects.
Microsoft werkt al sinds 2011 aan Project Catapult om fpga's in zijn hardwareplatform te integreren. Het bedrijf investeert inmiddels jaarlijks 5 tot 6 miljard dollar in hardware. De overgang van Microsoft naar herprogrammeerbare chips was zo belangrijk voor Intel, dat dit de voornaamste reden voor de chipgigant was om Altera over te nemen, vertelt Intel-vice-president Diane Bryant. Intel nam die fpga-maker vorig jaar over voor 16,7 miljard dollar. Project Catapult blijft volgens Peter Lee, vice-president van Microsoft Research, tot 2030 de drijvende kracht achter de ontwikkeling van een 'globale supercomputer'; daarna zou de stap naar een kwantumcomputer gemaakt kunnen worden.