De Europese Commissie heeft woensdag een voorstel gepubliceerd dat de Europese wetgeving voor audiovisuele media moet vernieuwen. Onder de nieuwe regels kunnen lidstaten diensten als Netflix verplichten een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van Europese content.
Deze verplichting kan opgelegd worden aan on-demanddiensten die in het eigen land of in een andere lidstaat gevestigd zijn. Dat laatste mag echter alleen als die dienstverlener zich op het land richt dat de verplichting oplegt, wat kan blijken uit de taal waarin de dienst aangeboden wordt, adverteren in het land en het aanbod van lokale content. De bijdrage mag dan geheven worden over de omzet die via het publiek in het doel-land wordt behaald. Met deze maatregel wil de EU ervoor zorgen dat er voldoende geïnvesteerd wordt in Europese werken. Op dit moment zouden on-demanddiensten maar 1 procent van hun inkomsten in de ontwikkeling daarvan investeren.
Daarnaast moeten on-demanddiensten als Netflix en iTunes ervoor zorgen dat minstens twintig procent van hun catalogus uit Europese inhoud bestaat. Deze eis geldt ook voor nationale omroepen, die hetzelfde percentage aan zendtijd voor EU-inhoud moeten reserveren. Uit onderzoek van de European Audiovisual Observatory blijkt echter dat on-demanddiensten zoals Netflix al aan de nieuwe eis voldoen, waardoor er uiteindelijk weinig verandert. Zo ligt het percentage van EU-inhoud over alle diensten bezien op 27 procent.
De nieuwe regels moeten ook minderjarigen beter beschermen door videoplatforms als YouTube en Dailymotion te verplichten een mogelijkheid te bieden om schadelijke inhoud te melden. Ook moeten zij leeftijdscontroles en ouderlijk toezicht faciliteren. Om dit te bereiken is het de bedoeling dat de diensten binnen een alliantie een gedragscode opstellen. Deze kan door nationale toezichtouders gehandhaafd worden, bijvoorbeeld door een boete bij overtreding op te leggen. Het voorstel voor de herziening van de huidige richtlijn audiovisuele mediadiensten moet daarnaast burgers beschermen tegen 'haatzaaiende uitlatingen'.
De vernieuwde regels zijn alleen op die laatste twee gebieden van toepassing op 'platforms die grote hoeveelheden video's organiseren en van tags voorzien', zoals YouTube, maar dus niet Netflix. De overige regels van de voorgestelde richtlijn zijn niet van toepassing op die categorie. De herziene regels zijn volgens de EU nodig omdat de huidige regels zich alleen richten tot lineaire diensten, zoals traditionele omroepen. Doordat de grenzen tussen die groep en non-lineaire diensten als YouTube en Netflix steeds verder vervagen, moet die laatste categorie ook onder de regelgeving geschaard worden. Deze doelstelling wordt door het voorstel bereikt, maar slechts op een klein aantal gebieden. Alle vernieuwingen van de richtlijn zijn opgenomen in een overzicht.