TP-Link verwijdert de mogelijkheid om de slimme Kasa-stekkers offline te gebruiken. Voortaan moeten gebruikers met zo'n stekker gebruikmaken van TP-Links app en servers. De fabrikant heeft volgens de klantenservice de mogelijkheid voor lokaal gebruik afgesloten op de slimme HS-stekkers. Het is niet bepaald het eerste smarthomeproduct waarbij een functie of ondersteuning ineens verdwijnt en het werpt de vraag op van wie een smarthomeproduct echt is: van de gebruiker of van de fabrikant?
TP-Link-plugs zijn populair. Het bedrijf heeft twee slimme plugs uitgebracht, de HS100 en de HS110. Beide vallen ze binnen de Kasa-lijn smarthomeproducten van de fabrikant. Gebruikers kunnen de app bedienen via de Kasa-app van TP-Link zelf, via de servers van het bedrijf, en dat werkt voor het merendeel van de gebruikers goed.
Maar het was tot aan de recente firmware-update ook mogelijk de apps op een lokaal netwerk te gebruiken. Vrijwilligers hadden daarvoor eigen Python-scripts geschreven waarmee de plugs te koppelen zijn aan externe smarthomeplatforms, zoals Home Assistant en Domoticz. Dat gaat via een 2,4GHz-wifiverbinding, maar het is dan niet nodig om te verbinden met een externe clouddienst en dat trekt een significant deel van de gebruikers wel aan. Die platforms zijn ook populair onder tweakers, wat wel te zien is aan de topics die hierover gaan.
:strip_exif()/i/2004024366.jpeg?f=imagemedium)
Sinds een paar dagen is dat lokale gebruik dus echter niet meer mogelijk. TP-Link lijkt een firmware-update te hebben uitgevoerd waarmee poort 9999 op de apparaten is dichtgemaakt. Daardoor is de plug niet meer te gebruiken over een lannetwerk, en dus ook niet meer via de zelfgebouwde Python-scripts en dus Home Assistant. De update is niet optioneel en kan ook niet worden teruggedraaid, en er komt geen optie om de poort alsnog handmatig open te zetten.
Om nu te stellen dat de plugs alleen een paar dure paperweights zijn geworden, gaat wat ver, want ze blijven wel te gebruiken. Ook hoeven gebruikers niet ineens geld te gaan betalen voor de dienst, zoals er voorbeelden uit het verleden zijn. Maar de situatie toont wel aan welke moeilijke obstakels de toch al ingewikkelde smarthomewereld heeft.
Iot zonder ondersteuning
Het is niet de eerste keer dat een smarthomeproduct ondersteuning verliest. Een bekend voorbeeld is Nest, dat met thermostaten, rookmelders, beveiligingscamera's en deurbellen een populair smarthomemerk is. Nadat het bedrijf in 2014 door Google werd overgenomen, werd het bestaande developerprogramma langzaam maar zeker uitgefaseerd. Vanaf september vorig jaar werkte de Works With Nest-api's helemaal niet meer. Dat betekent dat Nest-apparatuur niet meer op Homey-apparaten of op Home Assistant en Domoticz werkte, al kon dat toch al nooit lokaal. Eerder dit jaar bracht de dienst If This Then That zijn gratis variant terug naar maximaal drie koppelingen.
Er zijn ook complete smarthomediensten die er helemaal mee stoppen of de service ineens betaald maken. Neem Wink, een hub waarvan het gebruik sinds deze zomer ineens geld kost. Niet alleen is het zonder abonnement onmogelijk om apparaten van een afstand te bedienen, maar het is helemaal niet meer mogelijk ze te gebruiken, ook lokaal niet.
"Het is eigenlijk wel logisch, want een gratis clouddienst bestaat niet", zegt Franck Nijhof, een van de hoofdontwikkelaars van het opensourceproject Home Assistant. Het is inmiddels een cliché, maar niet minder waar: het geld voor een dienst moet ergens vandaan komen. "Niemand kan een cloudomgeving gratis weggeven zonder ergens geld aan te verdienen", zegt Nijhof. "Ze moeten dan steeds meer producten blijven verkopen om te groeien, maar dat kan niet oneindig. Of er komt uiteindelijk een abonnementsvorm."
Van wie is een smarthome?
Smarthomes zijn daardoor constant onderwerp van een filosofische discussie: van wie is een product eigenlijk? Producenten hebben, getuige het TP-Link-verhaal, blijkbaar altijd de mogelijkheid een apparaat van een afstand te bricken, zelfs als een gebruiker dat alleen lokaal gebruikt. Nijhof erkent dat dat een probleem is. "Zolang je updates kunt binnenhalen, ben je daar kwetsbaar voor", zegt hij. Zelfs een apparaat of een hub van jaren oud kan van het ene op het andere moment worden afgesloten door een fabrikant, als die daarvoor kiest.
Knutselaars flashen graag hun eigen firmware op smarthomeapparatuur
Om het probleem te omzeilen is er een aantal knutselaars die het heft zelf in handen nemen. Die flashen gewoon hun eigen firmware op smarthomecontrollers. Een bekend voorbeeld is de Sonoff Mini. Veel tweakers flashen daar andere firmware op omdat dat meer mogelijkheden en vrijheid biedt. Nijhof herkent dat. "Bij veel ESP-controllers is het vaak wel mogelijk zelf firmware te veranderen, waardoor je bijvoorbeeld meer lokale controle houdt. Maar ook dat wordt steeds moeilijker." Hij verwijst daarbij naar de groei van Tuya-producten. Dat is een Chinese fabrikant die goedkope smarthomeapparatuur zoals lampen en deurbellen maakt. In Nederland worden die producten verkocht onder het huismerk van de Action en HEMA. Vroeger, zegt Nijhof, kon je die apparaten nog zelf flashen met firmware. "Dat is allemaal afhankelijk van welke chip ze gebruiken. Maar Tuya wil niet meer dat je zoiets zelf kunt doen, dus zijn ze inmiddels andere chips in hun apparatuur aan het zetten." Een andere manier waarop fabrikanten in toenemende mate het gebruik van alternatieve firmware tegengaan, is door de firmware te koppelen aan de hardware en tijdens het booten een check uit te voeren.
Bewustzijn
Sommige smarthomeconcepten, zoals Home Assistant en Domoticz, kunnen als hub fungeren, waardoor je apparaten alleen lokaal kunt gebruiken. Dat kan met bijvoorbeeld protocollen als Zigbee en Z-Wave. Maar de situatie met TP-Link geeft eens te meer aan dat gebruikers ook dan goed moeten opletten dat hun apparaten blijven werken. De oplossing is volgens Nijhof simplistisch. "Bewustzijn creëren bij kopers, daar begint het mee."
TP-Link heeft inmiddels een oplossing bedacht. Gebruikers kunnen een ticket aanmaken met daarin het mac-adres van hun stekker. Ze krijgen dan een nieuwe firmware-update die lokale toegang weer mogelijk maakt.