De eerste grote filmproductie sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw die gebruikmaakte van een hogere framerate dan 24fps was The Hobbit: An Unexpected Journey uit 2012. Deze film, van regisseur Peter Jackson, is opgenomen met twee digitale Red Epic-camera's voor stereoscopisch 3d. Deze 5k-camera's draaiden met 48fps, zodat er eenvoudig ook een gewone 24fps-versie van te maken was door steeds een beeldje over te slaan.
Wel was het nodig om een langere sluitertijd dan normaal te gebruiken zodat de bewegingsonscherpte van de 24fps-versie beter overeenkwam met die van normale films. Dit werd mogelijk gemaakt door de gebruikte digitale camera's die een elektronische sluiter hebben, die bijna gedurende de hele tijdsduur van een frame 'open' kan staan.
/i/2003098692.jpeg?f=imagenormal)
De 5k-beelden uit de camera's werden geschaald naar 2k voor vertoning in de bioscoop, omdat er nog geen standaard was voor 4k-films in 3d. Het resultaat zag er zonder meer scherper en realistischer uit dan we tot dan toe van film gewend waren, maar de hoge framerate viel niet bij iedereen in de smaak. Er waren genoeg mensen te vinden die de high frame rate-versie prachtig vonden, maar voor de grootste groep mensen waren meer beelden per seconde geen verbetering, maar deed de hfr juist afbreuk aan de filmervaring.
De klachten over de 48fps-versie liepen uiteen. Veel mensen hadden het idee dat ze naar een videogame keken in plaats van naar een film. Ook deed het beeld veel mensen denken aan dat van goedkope televisieproducties: het welbekende soap opera effect. Anderen hadden weer het idee dat ze naar een theatervoorstelling keken. Ook vielen special effects duidelijker op, terwijl het bij deze effecten juist de bedoeling is dat ze de kijker niet opvallen.
Het had natuurlijk kunnen zijn dat de filmmakers gewoon wat meer tijd nodig hadden om te leren omgaan met de hogere framerate. Helaas brachten de twee vervolgdelen, The Hobbit: The Desolation of Smaug uit 2013 en The Hobbit: The Battle of the Five Armies uit 2014, wat klachten betreft geen verbetering. Door sommigen werd Peter Jackson gezien als iemand die ballen toonde door film naar de moderne tijd te willen brengen, maar een veel grotere groep mensen vond dat hij juist had laten zien waar het vooral niet naartoe moet met cinema.
/i/2003101030.jpeg?f=imagenormal)
In 2016 deed regisseur Ang Lee, die zich had laten inspireren door het Magi-systeem van Douglas Trumbull, er nog een schepje bovenop met de film Billy Lynn's Long Halftime Walk. Deze film werd geschoten met twee Sony F65-camera's, voor stereoscopisch 3d, met maar liefst 120 beelden per seconde. Dat zijn er dus vijf keer zoveel als normaal. In een beperkt aantal zalen werd de film ook daadwerkelijk met 120fps in 3d vertoond. Doordat opnieuw met een veelvoud van 24fps werd gewerkt, kon er eenvoudig een versie worden gemaakt voor bioscopen die niet geschikt waren voor 120fps. De film was in slechts twee zalen in de Verenigde Staten daadwerkelijk in 120fps te zien. De 60fps-versie, die zich ook eenvoudig van het origineel liet maken, was in aanzienlijk meer zalen te zien.
De reacties op de hfr-versies leken in grote lijnen op die op The Hobbit; veel mensen vonden de superscherpe 3d-beelden extra realistisch en dat paste volgens hen goed bij het onderwerp van de film, maar opnieuw was er ook veel kritiek van mensen die moeite hadden om 'in de film' te komen. Filmmaker Ang Lee trekt zich in ieder geval niet al te veel van de kritiek aan, want de volgende film die van hem verschijnt, Gemini Man, werd op dezelfde manier opgenomen en zal dus ook in hfr te zien zijn.