Inleiding: gemiste kans
Het is inmiddels alweer vier jaar geleden dat de Raspberry Pi Foundation de eerste Raspberry Pi uitbracht. Dit model, de Raspberry Pi 1 Model B, bracht een kleine revolutie teweeg. Voor slechts 35 dollar, of ongeveer evenveel euro, kocht je een minicomputertje dat werd aangedreven door een Broadcom-soc met 256MB ram, twee usb-poorten, een netwerkpoort en een reeks gpio-headers. Het kleine bordje werd ontwikkeld als developmentplatform voor onder meer scholen om studenten te leren programmeren.
Een eigenschap van de Raspberry Pi, of RPi zoals de bordjes al snel genoemd werden, leidde tot een onverwachte en veel grotere interesse in de computers: er zat een hdmi-poort op. Samen met de beschikbaarheid van Linux-varianten die door de Foundation beschikbaar werden gesteld en de mogelijkheid om besturingssystemen en data op een sd-kaartje op te slaan, maakte dat de RPi al snel extreem populair onder doe-het-zelvers. Zo werd al snel een groot aantal distro's voor de Pi ontwikkeld, die van de computer een kleine, compacte desktop maakten. Met de komst van OSMC en OpenElec werd de Pi een goedkoop mediacenter, dat eenvoudig op de tv kon worden aangesloten.
Inmiddels heeft de Raspberry Pi Foundation al meer dan acht miljoen Pi's verkocht. Het bleef echter niet bij de originele Pi 1 Model B, maar er volgden versies met meer werkgeheugen en goedkopere versies met slechts één usb-poort en met micro-sd-kaartslots. Deze nieuwste RPi 3 heeft een snellere processor en dezelfde gpu, en ook de overige eigenschappen zijn vrijwel ongewijzigd. Wel kreeg de nieuwe versie eindelijk ingebouwde wifi en bluetooth, zodat je niet langer een usb-poort hoeft op te offeren voor draadloze connectiviteit. We zetten in deze korte review de RPi 3 tegenover zijn voorganger: de RPi 2. Er rest ons maar één vraag: waarom heeft de Raspberry Pi Foundation de derde RPi niet Raspberry Pi 3.14 genoemd? Een gemiste kans wat ons betreft…
Overeenkomsten en verschillen
We gaven al even aan dat de derde Raspberry Pi een stukje sneller is dan de RPi 2. De Raspberry Pi 2 werd in februari 2015 geïntroduceerd en kreeg een stuk snellere cpu aan boord; de 700MHz-singlecore-ARM11-cpu werd vervangen door een quadcore-ARM Cortex-A7-cpu die op 900MHz werkt en bovendien net als overige RPi's overgeklokt kan worden. Een jaar na de RPi 2 introduceerde de organisatie de Raspberry Pi 3 Model B. Deze versie heeft een iets andere soc met daarin een snellere cpu met nieuwe cores, terwijl de gpu hetzelfde is gebleven maar iets sneller geklokt werd.
De Raspberry Pi 3 Model B volgde ongeveer een jaar later: op de schrikkeldag van dit jaar, 29 februari. Veel bleef hetzelfde; het beproefde concept van de RPi 2 behoefde niet veel tweaks. Een welkome upgrade kreeg de RPi 3 wel, in de vorm van ingebouwde wifi en bluetooth. Dankzij een BCM43438-chip hoef je niet langer een losse bluetooth- of wifi-dongle in je Pi te steken, handig voor het aansluiten van randapparatuur als een toetsenbord en muis, en natuurlijk ben je verlost van een netwerkkabel. De statusleds zijn verplaatst richting de usb-voedingspoort om plaats te maken voor de kleine antenne.
/i/2001015291.jpeg?f=imagenormal)
Ook de soc kreeg een upgrade, maar dan beperkt tot de cpu. De A7-Cortex van 900MHz werd vervangen door een A53 met een kloksnelheid van 1200MHz. Met de stap naar A53-cores beschikt de RPi 3 nu over 64bit-processorcores in plaats van 32bit-cores. Zowel de RPi 2 als de 3 heeft daarbij de beschikking over vier cores en delen 1GB ram tussen de cpu en de gpu. Ook de gpu is onveranderd en is dat al sinds de introductie van de eerste Raspberry Pi; het gaat hier om een Broadcom Videocore IV. De kloksnelheid is wel iets verhoogd, van 250MHz in de voorgaande Pi's naar 300MHz voor de 3d-core en 400MHz voor de overige grafische subsystemen in de nieuwste editie.
De extra rekenkracht heeft het opgegeven maximale opgenomen vermogen van de Raspberry Pi 3 wel iets verhoogd: van 3 naar 4W. We zullen dat meten met behulp van de standaard-Raspberry Pi-voedingsadapter, waarbij we inline een usb-spanningsmeter de stroom en spanning laten meten.
/i/2001015259.jpeg?f=imagenormal)
Een kleine maar voor sommigen belangrijke aanpassing is het micro-sd-kaartslot. In de RPi 2 was dat een geveerd slotje, zodat je kaartje erin klikt en er door de veer weer uitgeduwd wordt na losklikken. Dat mechanisme kan kapotgaan, reden waarom de RPi 3 een eenvoudiger slot heeft, waar het kleine kaartje zonder veermechanisme ingeduwd wordt. Overigens zal dat ook iets goedkoper te produceren zijn, een factor die ongetwijfeld eveneens meespeelt.
Merk en productserie |
Raspberry Pi |
Raspberry Pi |
Type |
2 Model B 1GB |
3 Model B 1GB |
Prijzen |
Prijs |
€ 44,33 (28 winkels) |
€ 39,31 (20 winkels) |
Eerste prijsvermelding |
Dinsdag 3 februari 2015 |
Dinsdag 1 maart 2016 |
Socket en CPU |
CPU/SoC |
Broadcom BCM2836 |
Broadcom BCM2837 |
Klokfrequentie |
900MHz |
1,2GHz |
Technische specificaties |
Single-board-computer |
Ja |
Ja |
Geheugen |
Geheugentype (moederbord) |
Ddr2 |
Ddr2 |
Maximum-geheugengrootte |
1GB |
1GB |
Interfaces |
Externe verbindingen |
Verbinding (ethernet) |
Ethernet 100Mbit/s |
Ethernet 100Mbit/s |
Verbinding (wlan) |
Geen |
802.11n |
Bluetooth aanwezig |
Nee |
Ja |
Verbinding (Bluetooth) |
Geen |
Bluetooth 4.1 |
Verbinding (USB/FW) |
4x USB 2.0 |
4x USB 2.0 |
Video uit |
Composite, HDMI |
Composite, HDMI |
Hoogste HDMI-versie |
Hdmi 1.4 |
Hdmi 1.4 |
Audio |
Audiokanalen |
2 |
2 |
Audio-uitgangen |
Analoog (3,5mm) |
Analoog (3,5mm) |
Benchmarks
Het is een beetje lastig om een zinvolle set benchmarks te verzinnen voor de Raspberry Pi's. De meeste benchmarks zijn zeer synthetisch en de meer praktijkgerichte benchmarks zullen vaak sterk beïnvloed worden door externe factoren, zoals het netwerk of de micro-sd-kaart in de Pi.
Desondanks wilden we een vergelijking maken tussen de Broadcom BCM2837 in de Raspberry Pi 3 en de voorganger, de BCM2836 in de RPi 2. We hebben daarvoor een aantal benchmarks ingezet, die voornamelijk de cpu-rekenkracht testen. Daarnaast hebben we een OpenGL-test uitgevoerd om de snellere gpu in kaart te brengen.
In de cpu-test van Sysbench worden priemgetallen tot een grootte van 10.000 gezocht. De weergegeven tijd is de tijd die het kost om al die priemgetallen te vinden. We deden dat met de optie --num-threads=1 en --num-threads=4 om de singlecore- en quadcore-prestaties te testen.
De nieuwe Raspberry Pi is in pure cpu-rekenkracht ongeveer 61 procent sneller dan de RPi 2. Met alle cores actief is het snelheidsverschil eveneens ongeveer 60 procent. Niet gek voor de snelheidsverhoging van 900MHz naar 1,2GHz en de overstap naar A53-cores.
We lieten Sysbench ook het geheugen testen, waarbij we 2048MB kopieerden. We zien een keurige progressie van kortere tijden voor de snellere Pi's.
UnixBench
We hebben met UnixBench, een benchmarkset die uit in totaal twaalf deeltests bestaat, de RPi 2 en RPi 3 getest. De resultaten van de bekendste synthetische benchmarks, de Dhry- en Whetstonetests in miljoenen instructies per seconde, hebben we in onderstaande grafiek opgenomen, net als het uitvoeren van shellscripts en de totaalscore.
De Pi 3 is ongeveer, afhankelijk van de deeltest, vijftig tot honderd procent sneller dan de Pi 2. Bij deze benchmark worden voornamelijk de cpu-cores getest, dus het is de Cortex A7 tegen de Cortex A53 en 900 tegen 1200MHz.
OpenGL
We hebben met OpenGL ES voor de Raspberry Pi de gpu getest door hem steeds meer triangles te laten tekenen. Dat doet de benchmark met alleen een wireframe, vervolgens een shaded wireframe, gevolgd door een versie met iets meer detail en ten slotte alles compleet met textures. We geven alleen de resultaten van die laatste test weer.
We zien niet veel verschil tussen de RPi 2 en RPi 3, maar de test lijkt met die laatste niet helemaal goed om te gaan. Zo zien we bij de RPi 2 met een overklok wel duidelijke winst, maar zien we dat bij de RPi 3 totaal niet.
Praktijktests
We kunnen natuurlijk allerlei synthetische benchmarks op de bescheiden RPi draaien, maar de praktijk is in dit geval een stuk belangrijker. Om die te testen hebben we Raspbian-versie Jessie geïnstalleerd en de benches van de vorige pagina hierop gedraaid. We hebben ook het systeem enige tijd gebruikt, waarbij voornamelijk de browser, filemanager en natuurlijk de console gebruikt werden.
Het viel hierbij op dat vooral browsen op de RPi 2 nauwelijks een bruikbare ervaring oplevert, maar op de RPi 3 kun je het systeem redelijk gebruiken, zolang je niet te enthousiast met tabbladen in de browser aan de gang gaat.
Overklokken
De ingebouwde optie van Raspbian om de soc te overklokken werkt nog niet voor de RPi 3, maar hebben we wel gebruikt voor de overklok van de RPi 2 van 900 naar 1000MHz. Om de RPi 3 te overklokken hebben we de kloksnelheid en over-voltage-instellingen in /boot/config.txt opgegeven en liep de Pi stabiel op 1350MHz met een over voltage van twee stappen van ieder 0,025V.
Met een simpel scriptje om de actuele kloksnelheid uit te lezen en de temperatuur in de gaten te houden kunnen we zien of de overklok enerzijds stabiel is en anderzijds de soc niet te veel opwarmt. Hoewel bij alle benchmarks de 1350MHz van de RPi 3 stabiel leek, kregen we tijdens de langdurige Unixbench, tijdens de shellscript-benchmark, toch een freeze. Daarom hebben we de overklok voor Unixbench verlaagd tot 1333MHz, een procentueel identieke overklok als de RPi 2.
OpenElec
Omdat de Pi's veel als mediacenter gebruikt worden, hebben we ook OpenElec op een micro-sd-kaartje geïnstalleerd en enkele streams vanaf een usb-drive afgespeeld. Dat ging in alle gevallen prima, zolang de gebruikte codec h264 was. Met de hevc-codec wist de RPi 2 noch de RPi 3 raad. Wie dus naar nieuwere codecs wil overstappen hoeft zijn Pi niet te upgraden; de 3 kan er net zo min mee omgaan als de vorige versie.
Videocontent |
RPi 2 |
RPi 3 |
1080p, h264, 25Mbit/s |
Pass |
Pass |
1080p, h264, 50Mbit/s |
Pass |
Pass |
1080p, hevc, 40Mbit/s |
Fail |
Fail |
4k, h264, 25Mbit/s |
Fail |
Fail |
Opgenomen vermogen en warmte
We hebben een usb-testapparaat gebruikt om het opgenomen vermogen van de Raspberry's te meten. Deze werd inline op de usb-voeding aangesloten, zodat we puur het vermogen controleerden dat door het apparaat gevraagd werd, zonder eventueel verlies van de voeding mee te rekenen. De meetwaarden, onder meer spanning en stroom en, daaruit volgend, vermogen en verbruik, logden we via een usb-verbinding met een pc, met een sample rate van 1s.
/i/2001015311.jpeg?f=imagenormal)
We beginnen met het opgenomen vermogen van de twee Pi's tijdens gebruik als mediaspeler. We hebben alleen de stock Raspberry's gemeten, want voor een mediacenter heeft overklokken geen zin; beide spelers konden de h264-streams zonder problemen afspelen.
We vonden geen significant verschil tussen het opgenomen vermogen van de twee Raspberry's, tijdens nietsdoen, noch tijdens het afspelen van een 50Mbit/s-h264-video in full hd.
We hebben onder Rasbian gekeken naar het idle-verbruik en het maximale verbruik tijdens het draaien van de UnixBench-benchmark. We hebben voor de eerste twee tests het opgenomen vermogen gemeten en voor de complete UnixBench ook het verbruik in wattuur berekend. Bij alle tests duurde die benchmark ongeveer 28 minuten, ongeacht de overklokstatus of gebruikte Pi.
Het opgenomen vermogen onder idle-omstandigheden is bij de nieuwe Raspberry Pi 3 iets lager dan bij de RPi 2. Wel valt op dat het opgenomen vermogen bij overklokken flink steeg voor de RPi 3, terwijl dat bij de 2 niet het geval was.
Kijken we naar het maximale opgenomen vermogen tijdens de benchmark, dan valt op dat de RPi 2 een stuk hoger piekt dan de RPi 3. De verschillen tussen de overgeklokte en stock bordjes zijn klein. Het totale verbruik tijdens de UnixBench was bij de overgeklokte RPi 3 iets lager dan bij de stock Pi.
Warmteontwikkeling
Om te kijken hoe warm de Raspberry's worden, hebben we de temperaturen met een scriptje in de gaten gehouden tijdens het benchen. Om de temperaturen ook te visualiseren, hebben we met onze warmtebeeldcamera tijdens het benchmarken steeds op dezelfde momenten van de benchmarks een plaatje geschoten.
Ondanks de hogere kloksnelheden zien we dat de Raspberry Pi 3 iets minder warm wordt dan zijn voorganger. Ook als we overklokken, is het verschil tussen de twee versies nog altijd enkele graden, ondanks de procentueel vergelijkbare overklok van ongeveer 11 tot 15 procent.
RPi 2 stock |
RPi 2 OC |
RPi 3 stock |
RPi 3 OC |
71,3 graden |
74,4 graden |
66,8 graden |
72,4 graden |
Conclusie: kopen maar niet upgraden?
Met de Raspberry Pi 3 heeft de Foundation een knap staaltje werk afgeleverd, wat weer eens aantoont dat technologie steeds beter én goedkoper wordt. De winkelprijzen moeten nog een beetje bijtrekken, maar in principe krijg je voor hetzelfde geld als waarvoor je vorig jaar een Raspberry Pi 2 kocht, nu een Raspberry Pi 3. Dat betekent een stuk snellere cpu-cores en bovendien hoef je geen aparte wifi- of bluetooth-dongle meer te kopen. Dat bespaart je dus geld als je je Pi draadloos aan internet wil knopen of een bluetooth-toetsenbord en muis wil gebruiken.
In die zin is het kopen van de Raspberry Pi 3 in plaats van de 2 natuurlijk een no-brainer, maar moet je nu ook gaan upgraden? Dat hangt helemaal af van je gebruik van de Pi. Wie het computertje als mediaspeler inzet, hoeft niet te upgraden. De 3 kan precies hetzelfde als de 2 en belangrijker: ook wat ze niet kunnen is precies hetzelfde, zoals hevc-content afspelen. Wie dus dacht over te stappen naar de h265-codec voor zijn mediacenter of wie 4k wenst af te spelen, kan de Pi's links laten liggen.
Maar wat als je gewoon wil spelen met je Pi, bijvoorbeeld door hem als bijzonder eenvoudig en goedkoop Linux-servertje of -desktopje te gebruiken? We denken dat een upgrade dan wel degelijk zin heeft. Browsen met de Rpi 2 is niet de soepelste ervaring, maar met de 3 gaat het best soepel. Bovendien heb je weer een kabel minder nodig dankzij wifi. Ook over het energiegebruik hoef je je geen zorgen te maken; dat is vaak zelfs iets minder dan met de Raspberry Pi 2.
Toch zijn er ook tekortkomingen, die overigens niet nieuw zijn voor de RPi 3, maar ook al voor de RPi 2 golden. Zo ben je nog steeds gelimiteerd door een hdmi-poort voor audio, aangezien de minijack voor audio een beroerde kwaliteit geluid levert. Ook de gpu is zo langzamerhand wat bejaard en underpowered aan het worden, en je bent overgeleverd aan vaak trage micro-sd-kaartjes voor je besturingssysteem. Wel kun je dankzij de opensourcehardware bijna alles wat je kunt bedenken met de Pi uitvoeren.
Laagste prijzen voor:
Raspberry Pi 3 Model B 1GB
Winkel |
Beoordeling |
|
Prijs |
Totaal |
|
Kiwi Electronics
|
|
|
€ 39,31
|
€ 46,27
Kostenoverzicht |
Bekijk
|
Reichelt
|
|
|
€ 40,17
|
€ 47,12
KostenoverzichtProductprijs | € 40,17 | Opsturen (Variabel afhankelijk van gewicht) | € 6,95 | iDEAL | € 0,- | Totaal | € 47,12 | Onjuiste prijs melden |
|
Bekijk
|
Amazon.nl Marketplace
|
|
|
€ 48,58
|
€ 48,58
Kostenoverzicht |
Bekijk
|
bol Plaza
|
|
|
€ 73,99
|
€ 73,99
Kostenoverzicht |
Bekijk
|
Max ICT B.V.
|
|
|
€ 72,60
|
€ 77,55
Kostenoverzicht |
Bekijk
|