Minder keuze
De laptopmarkt in de Benelux was een paar jaar geleden stampvol. Fabrikanten buitelden over elkaar met de introductie van nieuwe modellen en een goede prijsvergelijker was haast onmisbaar om een keuze te kunnen maken uit het enorme aanbod. Hoewel in de afgelopen jaren veel fabrikanten hun aanbod al terugschroefden omdat er steeds minder winst gemaakt kon worden, was er aan het begin van het jaar nog voldoende te kiezen. Twaalf maanden later staat het er een stuk minder florissant bij.
In september maakte Samsung bekend zich volledig terug te trekken uit de Europese laptopmarkt. Begin dit jaar liet Sony al weten te stoppen met Vaio-laptops. De divisie werd overgedragen aan een Japans bedrijf. De exit van Samsung en Vaio kwam voor velen onverwacht; beide merken stonden bekend om hun kwaliteit. Samsung wilde in de afgelopen jaren juist een opmars maken en probeerde daarbij veel uit en Vaio heeft in bijna twee decennia naam gemaakt met innovatieve high-end modellen. Hoe kon het gebeuren dat twee elektronicagiganten zich terugtrokken van een markt die nog niet zo lang geleden als groeimarkt werd gezien?


Een late instap
Om erachter te komen waarom Samsung niet meer met laptops actief is in Europa, moeten we even in de geschiedenis duiken. Samsung kwam in 2008 op de Nederlandse laptopmarkt. Dat was rijkelijk laat, maar de ambities van de gigant waren er niet minder om. "We verwachten in 2010 in de top vijf van notebookfabrikanten te staan", zei de directeur it-divisie bij Samsung Benelux destijds. Het bedrijf zou naar eigen zeggen kunnen profiteren van het in eigen huis ontwikkelen van lcd's, geheugen, accu's en optische drives.
De pech voor Samsung was dat 2008 ook het jaar was waarin de netbook populair werd. Door de opkomst van de netbook gingen mensen verwachten dat je een laptop voor een appel en een ei kon kopen. Ze werden op hun wenken bediend door Asus en vooral Acer, die de markt overspoelden met goedkope modellen.
Waarschijnlijk mede na klachten van fabrikanten dat ze steeds minder konden verdienen aan laptops, kwam Intel met het Ultrabook-concept. Deze laptops zouden alles moeten worden wat netbooks niet waren: high-end, snel, van hoge kwaliteit én lucratief voor de fabrikant.
Zowel met goedkope, kleine laptops als met dunne, high-end laptops was Samsung direct actief in Nederland, met respectievelijk de NC10 en de X360. Tot aan dit jaar zouden dit de productsegmenten blijven waarin het Koreaanse bedrijf het zichtbaarst was. In beide categorieën bleek Samsung ook bereid te innoveren, of eerder werd het hiertoe gedwongen om zich te kunnen onderscheiden.
Zo kwam het concern in 2009 met een netbook met een, wie kent hem nog, VIA-processor. Ook was er de opvallende 'rubberen' N310 met groot Samsung-logo in reliëf en bracht Samsung in 2011 als eerste een speciaal ontwikkelde Chromebook uit. Aan het andere eind van het spectrum kondigde Samsung begin 2011 zijn Series 9-laptop aan, nog vóór Intel zijn Ultrabook-idee onthulde. De Series 9 was een laptop met een aluminium behuizing en een dikte van 17mm, die duidelijk bedoeld was als concurrent voor de Apple MacBook Air.
Waar ging het mis?
In zijn jaarverslag van 2011 verkondigde Samsung nog vol trots dat de verkoop van laptops ten opzichte van een jaar eerder gestegen was van 10,29 miljoen stuks naar 13,17 miljoen exemplaren. In 2012 sprak het concern van een omzetgroei van 16 procent naar omgerekend 7 miljard euro voor laptops. Intern rinkelden de alarmbellen echter waarschijnlijk al. Aan het einde van 2012 kwam de pc-markt namelijk in een vrije val terecht.
De krimp kwam op een moment dat Samsung nog lang niet zijn beoogde marktaandeel bereikt had. De top vijf van grootste pc-fabrikanten wereldwijd bleef jaar op jaar bestaan uit de bekende namen: HP, Lenovo, Dell, Acer en Asus, met een enkele keer Toshiba en Apple, afhankelijk van het onderzoeksbureau waarvan je de cijfers bekijkt.
Zou een van de grootste elektronicabedrijven ter wereld, met al zijn slagkracht, dan niet in staat zijn zich tussen die bedrijven te manoeuvreren? Vast wel, als het om een groeimarkt zou gaan. De laptopmarkt heeft echter zijn langste tijd gehad als het gaat om omzetgroei; de markt voor smartphones en tablets is veel interessanter.
Wereldwijd valt er weinig eer meer te behalen met laptops en ook in Nederland heeft de productgroep zijn gloriejaren achter zich. De markt is verzadigd; om de zoveel jaar zullen mensen hun laptop vervangen, maar echte groei zit er nauwelijks meer in.
Had Samsung zijn doel van een plek in de top vijf willen bereiken, dan had het concern voor langere tijd moeten investeren en gezien de marktontwikkelingen was daarvoor weinig aanleiding. Het bedrijf koos ervoor zich in plaats daarvan op de smartphone- en tabletmarkt te richten, waar nog wel ruimte voor groei is.
Was Samsung op de goede weg?
Samsungs marktaandeel was klein, maar het bedrijf heeft in al die jaren natuurlijk niet stilgezeten. Als we kijken naar Samsungs strategie, zien we dat het bedrijf een aantal verstandige stappen heeft gezet.
Consumenten zijn zich tegenwoordig hyperbewust van prijzen en producteigenschappen; internet biedt de mogelijkheid om specificaties tot in detail te vergelijken, reviews naast elkaar te leggen en prijzen te monitoren. Gevolg is dat fabrikanten al jaren elkaar de loef proberen af te steken met laptops met goede specificaties, voor een zo laag mogelijke prijs.
Bij de budgetlaptops zijn de marges flinterdun. Hiervan moet je er dus een heleboel verkopen, wil je er goede winsten mee maken. Fabrikanten hebben weinig speelruimte om hun laptops goedkoop te maken en toch goede specificaties te bieden. De productielijnen voor behuizingen, toetsenborden, trackpads en veel andere onderdelen zijn al jaren geleden zo gestroomlijnd dat hier weinig kostenbesparingen meer te realiseren zijn. Na de overstromingen van 2011 in Thailand stegen de prijzen van harde schijven zelfs lange tijd en daalden die van ssd's lang niet zo snel als gehoopt.
Grote kostenposten voor laptopfabrikanten zijn de Windows-licentie en de processor. In tegenstelling tot wat veel consumenten denken, zijn processors voor laptops duurder dan desktopprocessors. Ze moeten op hogere temperaturen kunnen werken gezien de hitte in een laptopbehuizing en ook liggen de eisen aan het verbruik hoger. Intel selecteert de chips die goed presteren bij een lager verbruik en daarom zijn de ultrazuinige chips duurder dan de regular voltage-modellen.
De prijzen voor laptopprocessors zijn in de afgelopen jaren nauwelijks gedaald. Sterker nog, de fabrikant die in 2006 de goedkoopste Core 2 Duo bij Intel afnam, de T5500, betaalde daar 177 dollar voor bij afname van tray-hoeveelheden. Als diezelfde fabrikant nu de goedkoopste Haswell-Core i3 in zijn laptop wil stoppen, de Core i3-4110M, moet hij 225 dollar afrekenen. Ook bij het budgetsegment speelt dit. Voor een Celeron 575 uit 2006 en een Celeron 2970M uit 2014 zijn de prijzen respectievelijk 66 en 75 dollar.
Nog meer kosten besparen dan alleen op de cpu, kan door Windows weg te laten
Het gebruik van een alternatieve, goedkopere processor kan een flinke kostenbesparing opleveren. Dat is dan ook precies waar Samsung aardig wat mee geëxperimenteerd heeft. Dat begon bij de genoemde netbook met VIA-cpu. Samsung kwam daarna nog met een Series 5-ultrabook met AMD-apu, die als goedkoper alternatief voor prijzige Intel-ultrabooks moest dienen. De fabrikant herhaalde die zet met de Ativ Book 9 Lite, een ultrabook met ssd en een speciaal voor Samsung aangepaste quadcore voor een relatief lage prijs. In beide gevallen ging het om goede laptops, waarvan de processor echter duidelijk tekortschoot. Samsung sprak bij de Book 9 Lite van een 'quadcore' en verhulde hiermee dat deze van AMD kwam. Als consumenten de specificaties gaan vergelijken, zou de naam AMD een negatief effect hebben, dacht het Koreaanse bedrijf waarschijnlijk.

Nog meer kosten besparen dan alleen op de cpu, kan door Windows weg te laten, maar dit was vele jaren ondenkbaar. Sinds 2011 zijn er echter laptops met Chrome OS en Samsung maakte hier gretig gebruik van. Jaarlijks bracht het bedrijf een nieuwe Chromebook uit en nooit was dit een omgekatte Windows-netbook, maar steeds een model dat specifiek voor Chrome OS was ontworpen.
Bij de Chromebook XE303, zijn derde Chromebook, was het ideaal van Samsung volledig verwezenlijkt, geen Windows maar Chrome OS, en de Intel-chips hadden plaatsgemaakt voor zijn eigen Exynos-processor op basis van de ARM-architectuur. Het was niet de snelste Chromebook, maar gewicht, dikte en uitstraling maakten een hoop goed. Met een adviesprijs van 299 euro zou je denken dat Samsung er nog een mooie stuiver aan overhield, vooral omdat de verkopen relatief goed lijken te zijn geweest.
Over de populariteit van de Chromebooks is veel geschreven, maar er zijn weinig harde cijfers. We keken daarom in de Pricewatch naar de laptopstatistieken. We nemen de click-out als basis voor de populariteit. Dat zijn clicks vanuit de Pricewatch naar de productpagina bij een webshop. Of die gebruikers tot aanschaf zijn overgegaan weten we niet, maar ze waren zo geïnteresseerd dat ze doorklikten en dus kunnen we het gebruiken als maatstaf voor populariteit.
We vergelijken de populariteit van de Samsung-laptops in 2013, het jaar voordat Samsung er in Europa mee stopte, met die van Lenovo en Apple. We nemen Lenovo omdat deze fabrikant zich juist enorm richtte op het winnen van marktaandeel met laptops met een uitstekende prijs-prestatieverhouding en daar zetten we Apple naast omdat het bedrijf uit Cupertino zich juist op de high-end richt.
Als we de populairste laptop van Lenovo als basis nemen, zien we dat er een enorm verschil is met de populairste laptops van Samsung en Apple. Dat verschil groeit uit tot enorme proporties als we de verschillende uitvoeringen van de Essential B590 buiten beschouwing zouden laten en het als een enkel model beschouwen. Toch heeft de Chromebook XE303 het niet slecht gedaan; hij staat op gelijke voet met de MacBook Air van dat jaar en dat was een populaire laptop. Ook was hij met grote afstand de populairste Chromebook in 2013.
We zien echter ook meteen het probleem voor Samsung. De MacBook Air is even populair, maar een machine van meer dan 1000 euro, waarmee Apple waarschijnlijk veel meer winst maakt. Lenovo maakt misschien evenveel of minder winst op de B590, maar die is veel populairder. Het grootste probleem is nog wel dat Samsung op de Chromebook na helemaal geen andere populaire modellen in 2013 had. De Series 5 NP535 is de ultrabook met AMD-apu, de NP900X4D is een 15"-ultrabook. Beide zijn modellen waarmee Samsung zich wist te onderscheiden, maar niet genoeg, afgaande op de Pricewatch.
Nu zegt populariteit met clicks niet alles, misschien liggen de verkopen wel heel anders. Daarom hebben we bij Coolblue, een van de grootste laptopverkopers, de toptienlijstjes van 2012, 2013 en 2014 van de best verkopende laptops opgevraagd.
Dat de lijst van 2013 er heel anders uitziet dan die van de Pricewatch is niet vreemd. Coolblues laptopshop houdt er zijn eigen assortiment en prijzen op na, zodat aanschafgedrag niet overeen hoeft te komen met klikgedrag in een prijsvergelijker. Wat wel opvallend is, is dat de Chromebook XE303 in 2013 de bestverkopende laptop bij Coolblue was en zelfs dit jaar nog in de top tien staat. Ook staat Samsung nog met een 15,6"-model met AMD-apu, de NP355, in de top tien van 2013.
Gezien deze cijfers lijkt Samsungs aanvankelijke beslissing van begin dit jaar om zich alleen nog op high-end Windows-laptops te richten logisch. Het concern was een te kleine speler op de markt voor basis- en mainstream-laptops, waar lage winsten de norm en hoge verkoopaantallen vereist zijn. De beslissing van september om volledig met laptops, dus ook Chromebooks, in Europa te stoppen, is minder helder. De XE303 leek het relatief goed te doen. De medio 2014 aangekondigde Chromebook 2-modellen met snellere Exynos-chips zijn niet lang genoeg beschikbaar geweest om te zien of ze op het voorzichtige succes hadden kunnen voortborduren.
Met alleen Chromebooks overleef je het echter niet op de laptopmarkt en investeren is gezien de vooruitzichten onverstandig. Zo is de Benelux in het afgelopen jaar een laptopfabrikant armer geworden.
/i/1402491687.jpeg?f=imagenormal)
Sony: klein en krimpend
De hiervoor geschetste, verslechterde situatie op de laptopmarkt gold natuurlijk ook voor Sony, maar het Japanse bedrijf kampte met een extra probleem; het leed dikke verliezen. Het afstoten van de laptoptak in februari was in dit geval dan ook minder verrassend. Het was onderdeel van een reorganisatie die al jaren aan de gang is en waarbij inmiddels duizenden banen geschrapt zijn.
Vooral matige tv-verkopen, de slechte Japanse economie en de gevolgen van de tsunami in 2011 worden genoemd als oorzaken van de slechte situatie waarin Sony zich bevond. De verkopen van de Vaio-pc's daalden vanaf 2010 echter ook jaar op jaar. Overigens gaat het in de grafieken om Sony's fiscale jaren, die eind maart eindigen.
De terugvallende Vaio-verkopen hadden gevolgen voor de omzet van de pc-divisie. Die daalde in de periode 2010 tot en met 2013 flink. In 2012 en 2013 lijkt de omzet te stabiliseren, maar Sony lijdt in die jaren flink operationeel verlies op het segment. In 2012 is dat bijvoorbeeld 259 miljoen euro.
Sony mag dan van Vaio een bekende naam hebben gemaakt in de tientallen jaren van het bestaan van het merk, maar een grote speler op de markt is het niet. Als we de populariteitscijfers van 2013 uit de Pricewatch erbij halen, komt het bedrijf in een top vijftien met Samsung, Apple en Lenovo, slechts met een model voor: de Vaio Pro. Ook in de rest van de lijst is het zoeken naar Sony-systemen. Opnieuw moeten we wel aantekenen dat het hier om een indicatie van de populariteit op basis van doorclicks gaat en niet om harde verkoop- of onderzoekscijfers.
Vaio-hoogtepunten
Vaio was begonnen als Sony's pc-merk in 1996. De naam stond aanvankelijk voor Video Audio Integrated Operation, maar dit werd later omgedoopt in Visual Audio Intelligent Organizer. Sony bracht zijn eerste laptops in 1997 uit. Dat waren de PCG-707 met cd-rom-drive, extra accu en docking station, en de PCG-505, met een dunne behuizing van een magnesiumlegering en een 10,4"-svga-scherm. Beide hadden een Intel Pentium MMX-processor. Bij de PCG-C1 in 1998 introduceerde Sony een ccd-webcamera. Deze roteerbare 'motion eye' had een resolutie van 0,27-megapixel.

Tegenwoordig zijn 2-in-1-apparaten schering en inslag, maar aan het begin van het millennium experimenteerde Sony al met kruisingen van laptops, tablets en desktops die met toetsenborden gecombineerd konden worden. Zo was er de Vaio LX met stylus, die de gebruiker vanaf een kleine desktop naar zich toe kon trekken, en had de eerste Vaio W een smal toetsenbord dat je tegen het 15,6"-scherm kon klappen. In 2006 kwam Sony met de Vaio UX, een ultra mobile pc met flashgeheugen in plaats van een harde schijf. De UX had een 4,5"-touchscreen dat over een toetsenbord geschoven kon worden. Het apparaat woog slechts 492 gram.
Sony wist in de loop der jaren vooral met dunne, kleine en lichte laptops te imponeren. De eerste Vaio in de U-serie, de PCG-U1 uit 2002, had een 6,4"-scherm met een resolutie van 1024x768 pixels. De cpu was een Transmeta Crusoe TM5800. Dankzij twee grote knoppen voor het scherm zou de U1 zelfs lopend met twee handen prettig te bedienen zijn. De onofficiële opvolger verscheen in 2009 als de Vaio P: een smalle zaknetbook met een 8"-scherm, een resolutie van 1600x768 pixels en een Atom-cpu. De eenvoudigste uitvoering van de Vaio P ging in Europa over de toonbank voor 1000 euro, waarmee de prijs niet in lijn was met die van de netbooks van die tijd.
In 2003 verscheen de PCG-Z1/P. Dat model had een 14,1"-scherm met een resolutie van 1400x1050 pixels en een accuduur van zeven uur bij regulier gebruik. Rond diezelfde tijd pionierde Sony met het strakke ontwerp van de Vaio X505, die dankzij zijn wigvorm aan de voorkant slechts 9,7mm dik was. Het was ook de eerste laptop met eiland- of chiclet-toetsenbord, maar er was geen trackpad. Sony was een van de drijvende krachten van blu-ray en uiteraard was het concern de eerste die met een laptop met blu-raydrive op de markt kwam, in 2006. Dat was de Vaio Type A.
Apple-ceo Steve Jobs zou
ook gecharmeerd zijn
geweest van de Vaio's
Het high-end paradepaardje op het gebied van dun en licht was altijd de Vaio Z. De eerste versie kwam al in 2000, maar met de komst van de VGN-Z in 2008 begon de serie vorm te krijgen. Sony combineerde een stevige behuizing met hogeresolutieschermen, snelle processors en ssd's. Een latere versie uit 2011 kon bovendien via de Light Peak-interface aan een externe gpu gekoppeld worden.
Sony heeft zich met Vaio nooit op de budgetmarkt gericht. Van oudsher waren de Vaio-laptops high-end machines, die een zeer goede naam hadden, maar ook een stevige prijs meekregen. Apple-ceo Steve Jobs zou ook gecharmeerd zijn geweest van de Vaio's; in 2001 zou Apple zijn Mac OS X op een laptop van Sony hebben gezet om het besturingssysteem op Intel-processors te testen.
Vanaf 2007 kwam Sony echter ook met iets meer betaalbare laptops, toen het bedrijf inzag dat hier de groei zou plaatsvinden. In 2011 verschoof de productie van dat deel van de modellen naar andere fabrikanten, buiten Japan. Aanvankelijk wist Sony van deze stap te profiteren, maar de economische recessie, de toenemende concurrentie van vooral prijsvechters en zijn imago van duur merk deden de Vaio-tak bij Sony de das om.
De opvolger van de Vaio Z was een van de laatste Vaio's die nog onder de Sony-vlag werden uitgebracht. De Vaio Pro was 7mm dik en woog iets meer dan een kilogram. De behuizing was gemaakt van koolstofvezels en verstevigd met een honingraatstructuur. Tot de laatste generatie Vaio-producten behoren ook de uitschuifbare Vaio Duo, de Surface Pro-achtige Tap 11 en de grote Tap 20. Daarmee leek het aan ideeën niet te ontbreken bij Sony's pc-divisie.
De Vaio-naam leeft voort bij een Japans bedrijf dat zich op de high-end blijft richten, maar de producten vooralsnog alleen in Japan uitbrengt. De kans is voorlopig klein dat het bedrijf zijn productie en distributie zodanig weet op te schalen dat uitbreiden naar andere landen mogelijk is. Of het merk met zijn rijke historie ooit nog op de Europese markt terugkeert, is dus nog maar de vraag.
Tot slot
Met Samsung en Sony heeft de Benelux twee laptopfabrikanten verloren die in de loop der jaren interessante, opvallende, gekke en goede apparaten hebben geleverd. Gezien de vooruitzichten is de kans klein dat we hen nog terugzien; Vaio lijkt te klein voor wereldwijde expansie en Samsung heeft nauwelijks reden op zijn exit terug te komen. Officieel heet het dat Samsung inspeelt op 'de behoeften en wensen in de markt', waarmee een herintrede niet is uitgesloten. Op het moment dat Chromebooks steeds beter lijken te verkopen, is de positie van de marktleider echter verdampt. Investeringen om die plek te heroveren lijken zich moeilijk terug te betalen.
De enige partij die in de afgelopen jaren een opvallende groei heeft laten zien, is Lenovo
De vraag is eerder of er andere fabrikanten zijn die Samsung en Sony zullen volgen. Acer en Toshiba hebben het momenteel moeilijk op de markt, volgens Coolblue. Toshiba probeert de verkoop te stimuleren door zijn eigen ssd's in meer basislaptops te stoppen en het bedrijf lijkt in het gat dat Samsung achterliet te duiken met een Chromebook met ips-scherm en full-hd-resolutie. Acer heeft zijn Switch-convertibles in stelling gebracht, brengt veel betaalbare laptops uit en heeft zijn eigen full-hd-Chromebook met Nvidia Tegra-processor. Asus en HP blijven zich met een breed assortiment op alle segmenten van de laptopmarkt richten.
Hoewel ze tablets als een belangrijke sector zien, geldt voor veel laptopbedrijven dat de omzet uit tablets die van laptops nog niet kan compenseren. De enige partij die in de afgelopen jaren een opvallende groei heeft laten zien, is Lenovo. Laat dat nu net de fabrikant zijn die zich minder enthousiast op tablets heeft gestort en zich vooral heeft gericht op het vergroten van zijn marktaandeel voor traditionele laptops. Nu de tabletmarkt al tekenen van verzadiging vertoont, was dat wellicht geen slechte strategie.