Waar de processorstrijd eind vorig jaar vooral in het high-end segment oplaaide, hebben AMD en Intel de voorbije maanden ook nieuwe opties uitgebracht voor wie geen absoluut topmodel zoekt.
Intel geeft het middensegment E-cores
De Core i3 13100 verschilt alleen van de i3 12100 door zijn iets hogere klokfrequenties; verder is hij identiek aan zijn voorganger. De i5 13400 en i5 13500 kennen een stuk meer vernieuwing dankzij de toevoeging van respectievelijk vier en acht E-cores. Vooral in multithreaded taken zorgt dat voor een mooie boost. De i5 13400 haalt een 16 procent hogere Prestatiescore, maar is ook precies 16 procent duurder dan zijn voorganger, dus wat de prijs-prestatieverhouding betreft schiet je daar niets mee op. De i5 13500 is nog eens 11 procent sneller, maar moet 22 procent meer kosten en is dus een minder goede deal. Dat wordt nog eens versterkt doordat er geen F-versie van is en je dus ook als gamer altijd voor de versie met igpu moet gaan.
Hoewel de technische verbeteringen best interessant zijn, is het dus vooral de prijsstelling die voorlopig voorkomt dat we al te enthousiast raken over de nieuwe i5's.
AMD laat je meer betalen voor efficiëntie
AMD bereikt niet per se nieuwe prijspunten met zijn toevoegingen aan de Ryzen 7000-serie, maar probeert vooral de energiebewustere consument aan te spreken. Dat lijkt ons een uitstekend idee en de testresultaten laten hetzelfde beeld zien als in ons recente artikel over het zuiniger maken van je processor; de cpu kan een heel stuk zuiniger zonder al te veel prestaties in te leveren. De nieuwe 65W-varianten zijn slechts tussen de 3 en 6 procent langzamer dan de X-modellen van vorig jaar.
Tenzij je echt het onderste uit de kan wil hebben, lijkt zo'n zuiniger model dus een no-brainer, totdat je de prijs ziet. Alleen de Ryzen 5 7600 is ongeveer even duur als de normale 7600X; voor de andere twee cpu's betaal je een meerprijs tot wel 50 euro ten opzichte van het bestaande X-model. Meer betalen voor een langzamere cpu is natuurlijk een vreemd concept, ook al zit er dit keer een boxed koeler bij.
Nu valt die gekke prijsstelling op zich wel te verklaren. De adviesprijzen van de nieuwe 65W-modellen zijn namelijk wél duidelijk lager, maar in een poging de verkopen op te krikken is AMD flink gaan stunten met de prijzen van de oorspronkelijke line-up, die daardoor soms honderden euro's goedkoper is geworden. Hoe dan ook is de realiteit nu dat de zuinigere varianten weinig aantrekkelijk zijn om daadwerkelijk te kopen. Je kunt dan beter het reguliere model kopen en zelf een powerlimiet instellen.
Daarmee is ons advies eigenlijk omgekeerd ten opzichte van de Ryzen 5000-serie. Toen kon je bijvoorbeeld met een gerust hart de goedkopere Ryzen 5 5600 kopen, omdat die toch praktisch even ver boost als de 5600X; nu kun je met de goedkopere X-versie eenvoudig een zuinigere non-X imiteren.
De beste processor voor 250 euro
Welke processor zou je moeten kopen voor rond de 250 euro? De Core i5 13400, 13500, Ryzen 5 7600 en 7600X dansen allemaal om dat prijspunt heen. Gek genoeg zou de oudste van dat stel, de Ryzen 5 7600X, mijn voornaamste aanrader zijn. Er is namelijk wel wat veranderd sinds we die processor voor het eerst bespraken, in oktober vorig jaar. Hij is ruim 100 euro goedkoper geworden en ook het vereiste DDR5-geheugen is fors in prijs gedaald. Standaard is hij lekker vlot, maar met wat biosaanpassingen maak je er relatief eenvoudig een zuinigere '7600' van.
De Core i5 13500 is gemiddeld ongeveer even snel, maar delft in games het onderspit door zijn wat oudere architectuur en is daarnaast wat duurder. Daar kun je wel tegen inbrengen dat hij ook werkt met een goedkoper moederbord en goedkoper DDR4, maar dat zal ook impact op de prestaties hebben. Bovendien is dat voornamelijk een argument voor upgraders; wie een volledig nieuw systeem bouwt, start met socket 1700 én DDR4 inmiddels wel op een erg dood (upgrade)pad.