UPDATE Tweakers Redacteur Joost Schellevis meldt op Twitter dat het ministerie zegt dat het een foutje is, wordt gefixt
Originele reactie, nu enigzins achterhaald
Ik vind het bijzonder dat de Memorie van Toelichting stelt dat Skype en Facetime de gegevens van communicatie gedurende 6 maanden moeten opslaan. Dit is in tegenstelling tot wat Hirsch Ballin hierover in de Tweede Kamer gezegd heeft.
https://zoek.officielebek...=3&sorttype=1&sortorder=8
13
Is de minister voornemens om in een dergelijke situatie ook een verplichting van aftapbaarheid op te leggen aan de makers van softwareprogramma’s? Hoe denkt het kabinet om te gaan met handhaving van aftapbaarheid van softwareprogramma’s van buitenlandse aanbieders die zelf geen netwerk onderhouden en ook geen vestiging hebben in Nederland? In welke mate acht het kabinet het realistisch om te verwachten dat ook dit soort elektronische Internetdiensten aftapbaar gemaakt kunnen worden?
Makers van softwareprogramma’s voor bepaalde internetdiensten zijn geen aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken- en diensten als bedoeld in de Telecommunicatiewet. Op grond van de Telecommunicatiewet kan dan ook geen verplichting worden opgelegd aan deze makers van softwareprogramma’s, maar slechts aan aanbieders van openbare telecommunicatiediensten en -netwerken. Handhaafbaarheid is om die reden ook geen issue.
14
Welke mogelijkheden hebben opsporingsdiensten als criminelen of potentiële terroristen in toenemende mate gebruik blijken te gaan maken van versleutelde communicatie via Internet waarbij gebruik wordt gemaakt van software die wordt gemaakt door buitenlandse ontwikkelaars of bedrijven?
Ingevolge de zogenoemde wet Computercriminaliteit II1 die 1 september jongstleden in werking is getreden, kan de Officier van Justitie de medewerking vorderen van een derde, niet zijnde de verdachte, die kennis heeft van de (wijze van) versleuteling van een bericht. Daarnaast investeren de opsporingsdiensten en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten zelf in de ontwikkeling van kennis op het terrein cryptografie. Het eerdergenoemde samenwerkingsverband (zie vraag

heeft onder andere tot taak de opsporingsdiensten hierin te ondersteunen.
Overigens biedt de WIV 2002 reeds de bevoegdheid om een ieder, die kennis draagt terzake het ongedaan maken van versleuteling van gesprekken, telecommunicatie of gegevensoverdracht, te verplichten alle noodzakelijke medewerking te verlenen deze versleuteling ongedaan te maken.
en hier
https://zoek.officielebek...=5&sorttype=1&sortorder=8
2.2 De te bewaren gegevens
De leden van de CDA-fractie wezen erop dat gegevens zoals bedrijfsemail en (gratis) e-maildiensten als Hotmail en Yahoo niet worden genoemd in de lijst van de te bewaren gegevens en betreuren het dat de regering hier niet verder over heeft uitgewijd. Zij gaven aan dat, doordat het gebruik van dergelijke e-maildiensten een zeer groot aandeel heeft in het internetverkeer, er een gat valt in de strijd tegen de misdaad en vroegen welke stappen worden ondernomen om deze e-maildiensten alsnog in een parallel voorstel gelijk te schakelen.
In antwoord op deze vraag kan worden opgemerkt dat de Telecommunicatiewet van toepassing is op openbare telecommunicatie diensten en/of -netwerken. Bedrijfsemail en de e-maildiensten, zoals vermeld in de vraagstelling, vallen niet onder de werking van Telecommunicatiewet. Overigens is het criterium hier niet of het een gratis e-mail dienst betreft of niet, maar of het een aanbieder betreft die onder de reikwijdte van de Nederlandse wet valt.
En
De leden van de SP-fractie betwijfelden de effectiviteit van de bewaarplicht van verkeersgegevens ten aanzien van het doel dat wordt nagestreefd, omdat deze plicht zal leiden tot inventieve methoden om te voorkomen dat gegevens bewaard kunnen worden. Zij vroegen of het bijvoorbeeld mogelijk is de bewaarplicht te omzeilen door gebruik te maken van webmail of door plaatsing van informatie op een publieke website. Ook vroegen zij naar het gebruik van Skype of van een niet beveiligd netwerk van een derde. Dit laatste zou vervelende gevolgen kunnen hebben, zoals een mogelijk verkeerde verdenking.
In reactie op de gestelde vragen moet voorop worden gesteld dat het voorliggende wetsvoorstel zeker beperkingen kent. Het aanbieden van applicaties, zoals Skype, valt als zodanig niet onder het begrip aanbieden van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten, als bedoeld in de Telecommunicatiewet. Indien echter met behulp van Skype een verbinding wordt gelegd met een vaste of mobiele telefoon, of andersom, dan vallen de betreffende verkeers- en locatiegegevens wel onder de bewaarplicht. Dit punt hangt echter niet zozeer samen met de inhoud van de bewaarplicht als wel met de reikwijdte van de Telecommunicatiewet en van de verplichtingen van de Richtlijn dataretentie, die zich beperken tot aanbieders van openbare elektronische communicatiediensten.
https://zoek.officielebek...=7&sorttype=1&sortorder=8
Overig
De leden van de CDA-fractie wezen op verschillende manieren om de bewaarplicht te omzeilen, door middel van het gebruik van speciale software of door middel van het gebruik van bedrijfsmail en diensten als Hotmail, MSN, Skype en Hyves en vroegen zich af waarop de regering nog enig nuttig effect van de voorgestelde regeling baseert. Deze vraag gold voor de maatregel in het algemeen maar zeker ook voorzover deze verder reikt dan de termijn van zes maanden die door de EU wordt opgelegd.
In antwoord op de gestelde vragen merk ik op dat sommige aanbieders van telecommunicatiediensten niet rechtstreeks onder de werkingssfeer van hoofdstuk 13 van de Telecommunicatiewet vallen. Dit betreft diensten die de gebruikers in staat stellen zelfstandig, zonder tussenkomst van een aanbieder, te communiceren. Er kan dan niet gesproken worden van een «openbare telecommunicatiedienst», in de zin van de Telecommunicatiewet, omdat er geen sprake is van het overbrengen van signalen via een electronisch communicatienetwerk door de aanbieder van de betreffende communicatiedienst. Dit betreft diensten als Hyves, MSN en Skype. Bij zulke diensten bestaat de dienstverlening geheel of grotendeels uit het beschikbaar stellen van software met behulp waarvan degene, voor wie een bericht bestemd is, dit zelf bij de een server kan ophalen door verbinding te maken met de betreffende server. Het transport van de gegevens van de afzender naar de server vindt doorgaans plaats door de aanbieder van de verzender die daarmee wel onder de werkingssfeer van artikel 1.1., onderdeel ff, van de Telecommunicatiewet valt. Ditzelfde geldt voor de aanbieder van de geadresseerde die de gegevens van de server ophaalt. Dit betekent dat de verkeersgegevens, die gegenereerd worden met het transport van de berichten, bewaard moeten worden. Er blijft derhalve nog een groot gebied over waarin verkeersgegevens gegenereerd worden die bewaard dienen te worden. Ook bij de behandeling in de Tweede Kamer van het onderhavige wetsvoorstel is gesproken over de werkingssfeer in relatie tot diensten die niet onder de bewaarplicht vallen. Ik heb daarbij opgemerkt dat ondanks het gebruik van deze diensten, het nut van de toepassing van strafvorderlijke bevoegdheden met betrekking tot de nog steeds buitengewoon veel gebruikte telecommunicatie via de mobiele telefoon en de internetvoorzieningen die de traditionele e-mail benutten, waarbij dus gebruik wordt gemaakt van Nederlandse providers, daarmee absoluut niet verminderd is. Dat sommige aanbieders van e-maildiensten zelf niet als aanbieder in de zin van de Nederlandse Telecommunicatiewet kunnen worden aangemerkt, waardoor minder gegevens beschikbaar zijn voor politie en justitie, is een beperking die buiten de sfeer van Europese richtlijn en het onderhavige wetsvoorstel ligt. Ik heb de Kamer toegezegd te onderzoeken hoe dat gat, waar nodig via internationale samenwerking, kan worden gedicht. Hierbij kan ook worden gedacht aan de eerdergenoemde evaluatie van de richtlijn dataretentie, die in 2010 zal plaatsvinden.
[Reactie gewijzigd door Raindeer op 18 november 2014 19:48]