De Amerikaanse regering zou begin dit jaar hebben overwogen om met een grootschalige cyberaanval de luchtverdedigingssystemen van voormalig Libisch dictator Khadaffi uit te schakelen. De VS vreesde echter een precedent te scheppen.
Volgens The New York Times hebben de militaire adviseurs van Obama aan de vooravond van de Navo-missie in Libië overwogen om naast een conventionele aanval een cyberaanval uit te voeren. Op deze manier zouden de gekoppelde luchtverdedigingssystemen van Khadaffi uitgeschakeld moeten worden.
Bij de voorgestelde cyberaanval zou het Amerikaanse leger de netwerken van het Libische leger binnendringen om vervolgens de aan elkaar gekoppelde early warning-radarsystemen te verstoren. Hierna zouden Navo-gevechtsvliegtuigen met minder gevaar over het Afrikaanse land kunnen vliegen voor het uitvoeren van verkenningsmissies en luchtaanvallen.
Bij de start van Navo-operatie Unified Protector zou echter toch geen gebruik zijn gemaakt van grootschalige cyberaanval op de Libische luchtverdediging. De Amerikanen waren naar verluidt bang om met een offensieve actie een precedent te scheppen. Hierdoor zouden landen als China en Rusland het legitiem gaan achten om elektronische oorlogsvoering als een geoorloofde aanvalsmethode in te zetten, zo zouden militaire analisten hebben gewaarschuwd. Een ander nadeel zou de vermoedelijk lange voorbereidingstijd zijn geweest.
Hoewel de Amerikanen samen met Israël door deskundigen worden gezien als de bouwers van de op Iran gerichte Stuxnet-malware, zou de VS ook bij de militaire commando-actie tegen Osama Bin Laden hebben afgezien van het ontregelen van de Pakistaanse radarinstallaties via cyberaanvallen. In plaats daarvan werden Black Hawk-helikopters ingezet die op radar vrijwel onzichtbaar zouden zijn. Ook werd een onbemand vliegtuigje, een drone, ingezet.