De twee onderwijsinstellingen die afgelopen week door de New York Times aan de Chinese aanvallen op Google gelinkt werden, hebben op de aantijgingen gereageerd. Volgens de instellingen hebben ze niets met de aanvallen te maken.
De New York Times meldde donderdag dat de cyberaanvallen op Google en andere Amerikaanse bedrijven zijn terug te leiden op de Shanghai Jiaotong University en de Lanxiang Vakschool in Shandong. Deze laatste school zou banden met het Chinese leger hebben.
Volgens een verontwaardigde woordvoerder van de SJTU ontberen de beschuldigingen van de Amerikaanse krant elke grond. "Het rapport van de New York Times is gebaseerd op een ip-adres. Gezien de sterk ontwikkelde netwerktechnologie van vandaag kan een dergelijk rapport niet objectief of evenwichtig zijn", aldus de woordvoerder. Hij voegt daaraan toe dat de SJTU volledig zal samenwerken met onderzoekers mocht Google besluiten juridische stappen te nemen.
Li Zixiang, leidinggevende op de Lanxiang Vakschool, ontkende stellig dat zijn onderwijsinstelling iets met de aanvallen te maken zou hebben: "Bij onderzoek onder ons personeel hebben we geen enkel spoor kunnen vinden dat erop kan wijzen dat de aanvallen van onze school afkomstig zijn geweest. Bovendien zijn onze studenten nog steeds op wintervakantie". Verder hekelde Li de suggestie uit het rapport dat een computerklas van een Oekraïense docent bij de aanvallen betrokken zou zijn. "Er is geen Oekraïense leraar werkzaam op de school; we hebben zelfs helemaal geen buitenlands personeel in dienst", stelde Li.
Algemeen directeur Zhou Hui van de school benadrukt dat het vrij normaal is dat sommige studenten na hun opleiding ervoor kiezen om in dienst te gaan. "Het was pas in 2006 dat onze eerste afgestudeerden naar het leger gingen. Tot nu toe zijn 38 studenten van ons bij het leger in dienst gegaan vanwege hun vaardigheden op het gebied van autoreparatie, koken of elektrisch lassen." Li Zixiang voegt daaraan toe dat er verder geen enkele relatie tussen de school en het leger bestaat, en dat geen enkele docent van de school een militaire achtergrond heeft.
Lanxiang, opgericht in 1984, geeft volgens het Chinese nieuwsagentschap Xinhua aan ongeveer 20.000 studenten beroepsonderwijs. De school onderwijst onder meer vaardigheden als koken en het repareren van voertuigen, en biedt een kappersopleiding, maar heeft ook een opleiding op het gebied van computergebruik. Binnen deze opleiding houden de studenten zich onder meer bezig met Photoshop, 3d-tekenen en Microsoft Word.