De Google Web Server, een niet vrij verkrijgbare webserver die door Google-ontwikkelaars in elkaar is gezet, zou volgens recente cijfers van de webstatistici van Netcraft circa 13 procent van alle actieve websites serveren.
De cijfers van Netcraft over de maand januari tonen aan dat Google Web Server in januari verantwoordelijk was voor het serveren van content op circa 10,8 miljoen actieve websites: sites die recent een update hebben gehad. Daaronder vallen niet alleen websites van Google zelf, maar ook websites die onder een andere domeinnaam op het wereldwijde 'Google Network' draaien, zoals Google Docs en Blogger.
Apache blijft met een marktaandeel van 52 procent stevig op de eerste plaats staan, maar uit de cijfers blijkt dat Google Web Server de nummer twee, Microsoft IIS, op de hielen zit. Dit is opvallend, omdat zowel Apache als IIS algemeen verkrijgbaar zijn, terwijl Google Web Server propriëtaire software is die uitsluitend binnen de datacenters van Google wordt toegepast. Verder is de herkomst van Googles eigen webserver-software in nevelen gehuld; in het verleden heeft Google ontkend dat zijn webserver gebaseerd is op Apache, maar of de software van de grond af aan zelf is opgebouwd of dat bestaande code is aangepast en aangevuld, blijft onduidelijk. Het enige dat vaststaat is dat Google Web Server op Linux-systemen draait.
Dat Google zijn eigen software bouwt, staat echter vast. Zo heeft de zoekgigant een eigen distributed file system ontwikkeld, gfs geheten. Ook maakt het gebruik van MapReduce, een op gfs aansluitend framework dat zorg draagt voor distributed computing, en Spanner, een softwaresysteem dat de klappen op moet vangen bij de uitval van serversystemen of complete datacenters. Daarnaast heeft Google wereldwijd datacenters staan en is het bedrijf bezig om eigen glasvezelnetwerken aan te leggen.