Blinker, even een aangepaste re-post van een eerdere post van mij:
Ondanks dat ik ook sceptisch sta tegenover dergelijke verboden, moet ik je opmerking “Het is nog nooit bewezen dat games geweld oproept.” een beetje nuanceren Er zijn namelijk wel degelijk veel wetenschappelijke onderzoeken gepubliceerd die een relatie tussen gewelddadige games en agressie aantonen...
Het punt is niet dat ze niet bestaan maar dat de onderzoeken OF alleen gelden binnen het model wat ze hanteren (vaak korte termijn) OF veelal correlationeel (en dus niet causaal) van aard zijn. Zie voor de vele voorbeelden de referenties in het meta-onderzoek van bijvoorbeeld:
Anderson, C. A. & Bushman B. J. (2001). Effects of violent video games on aggressive behavior, aggressive cognition, aggressive affect, physiological arousal, and proposal behavior: A Meta-Analytic Review of the Scientific Literature. Psychological Science, 12 (5), 353-359.
zie naast de recenties in bovenstaand artikel ook nog het volgende:
Dill, K.E. & Dill, J.C. (1998). Video game violence: A review of the empirical literature. Aggression and Violent Behavior, 3(3), 407-428.
De meeste tonen wel degelijk een verband aan (en grondig wetenschappelijk aangetoond). Het punt is dus dat dit dus alleen geldt binnen de experimentele setting. Om een voorbeeld te geven, het geld vaak alleen voor een ZEER korte periode na de game (wat in die zin vrijwel niets afwijkt van een korte verhoogde agressie vlak na een sport-wedstrijd) wat zeer snel wegebt en dus
niet blijvend lijkt te zijn. Bovendien als je het werk van Furguson er op naslaat blijkt er ook nog eens een enorme publication-bias op te treden. Doordat non-effect studies ("wij vonden geen relatie"-studies) minder makkelijk gepubliceerd worden waardoor de onderzoeken die wel een correlatie aantonen dus over-gerepresenteerd zijn. Zie:
Ferguson, C. J. (2007). The Good, The Bad and the Ugly: A Meta-analytic Review of Positive and Negative Effects of Violent Video Games. Psychiatr Q, 78, 309-316
Verder spreken onderzoeken die een relatie aantonen vaak alleen over correlaties op een zeer korte termijn (lees: tot minuten na het spelen van een game). Als er wel longitudinaal onderzoek is gepleegd laten ze bovendien doorgaans in het midden welke kant de causaliteit op wijst (wat veroorzaakt wat). Maar wat nog veel belangrijker is dat de effect-groottes van dergelijke studies doorgaans (ondanks deze dus WEL een significante correlatie aantonen) maar zeer klein zijn. Mensen zijn wat actiever, hebben iets agressievere gedachten en zijn bereid wat harder te "straffen" (met geluid "blasts" b.v.) als ze ook agressieve games spelen (zie wederom de referenties van Anderson)...
Echter... om op basis daarvan dan maar de conclusie te trekken dat je er agressievelingen mee opleidt en dus censuur op overheids niveau moet toe passen lijkt, ook mij, intuïtief gezeien inderdaad wat ver gezocht (je kan nog discussiëren of het op gezinsniveau wel kan/mag/voldoende is)...
Als men zegt dat het een inspiratiebron kan zijn voor iemand die al agressief is, moeten we boeken en opera's ook verbieden (daar worden doorgaans broers vermoord en vrouwen verkracht)... Waarom worden dan doorgaans games specifiek hard gepakt? Omdat ze actiever zijn? Ik weet het niet, en geloof er niet zo hard in 9denk eerder omdat het "hot" is). Daar lijken ze dan in Australië
i.i.g. nog min of meer consequent in (aldus het artikel).
Ik denk dat er vast wel kleine relaties wetenschappelijk aantoonbaar zijn, maar dat het probleem van maatschappelijke agressie (helemaal massa/kind/school moordenaars) vele male complexer dan dat ene KLEINE dingetje (KAN je uberhaupt zulk ZELDZAAM gedrag van een moordenaar verklaren met iets dat vrijwel IEDEREEN tussen de 10 en 30 doet?) en dus VELE malen complexer is! Heeft zo iemand misschien een eenzame jeugd gehad? Was hij wellicht al pathalogisch gestoord? Slikte hij andere medicijnen? Werd hij wellicht gepest? Was hij al agressief van nature? etc. etc.
Persoonlijk hang ik daarom het standpunt van Kutner & Olson aan (schrijvers van "Grand Theft Childhood"). Dit zijn twee onderzoekers bij van Harvard Medical school die ik vorige zomer voor een paar dagen heb bezocht om dit alles mee te bespreken.
Kutner, L. & Olson, C. (2008). Grand theft childhood: The surprising truth about violent videogames and what parents can do. Simon & Schuster.
Ik vrees alleen dat ook hier, onder de Tweakers, weinig mensen de (tientallen) artikelen aangehaald in de referenties die ik opgeef daadwerkelijk gaat lezen en of verder fundamenteel psychologisch onderzoek wil funden

. Dat weten politici ook dus: ik denk al helemaal niet dat politici hun beleid willen propageren met complexe wetenschappelijke achtergronden (als ze zich daar al op baseren in de eerste plaats) ook al zou dat eigenlijk moeten, maar dat ze liever inspelen op emotionele intuïtieve one-liners. Dat is namelijk makkelijker dan het volk de (soms counter intuïtieve) waarheid voorleggen. Trekt meer zieltjes (triest maar waar).
M.a.w. ik stel voor dat de intelligentsia onder ons blijven ageren tegen dit soort kort-door-de-bocht politiek en roepen om beter/meer onderzoek! En onze stemmen blijven laten gelden!
Mocht er trouwens iemand specifiek geïnteresseerd zijn in mijn eigen (PhD/promotie) onderzoek (ouderlijke mediatie van digitaal gamende kinderen), dan laat je gegevens achter via mijn site, dan babbelen we via e-mail verder
[Reactie gewijzigd door Crugster op 27 juli 2024 00:28]