De RIAA is het niet eens met een rechterlijke beslissing dat de rechtszaak tegen de filesharer Joel Tenenbaum op internet mag worden uitgezonden. De organisatie heeft dan ook beroep tegen de beslissing aangetekend.
Joel Tenenbaum werd in 2003 door de RIAA beschuldigd van het schenden van auteursrechten omdat hij aan filesharing zou hebben gedaan. De RIAA deed het aanbod om de zaak voor 3500 dollar te schikken, maar Tenenbaum wilde niet meer dan 500 dollar betalen. Na jaren van stilte viel er in 2007 ineens een dagvaarding in Tenenbaums bus: de RIAA had hem alsnog aangeklaagd. Ter zitting probeerde de rechter de partijen tot een schikking te bewegen. Tenenbaum verhoogde zijn aanbod tot 5000 dollar, maar de RIAA wilde inmiddels 10.500 dollar hebben, zodat er niet werd geschikt.
De jurist Charles Nesson, hoogleraar aan de universiteit van Harvard, kreeg in dit stadium van de zaak te horen en besloot Tenenbaum bij te staan. Het leek hem een goed idee om de rechtszitting op internet uit te zenden, zodat het grote publiek kennis kon nemen van de realiteit van filesharingprocessen. Alhoewel Amerikaanse rechters meestal niet zo happpig zijn op camera's in de rechtszaal, willigde rechter Nancy Gertner het verzoek in en stond uitzending toe, voorlopig alleen voor de hoorzitting die op 22 januari gepland staat.
De RIAA was het hier niet mee eens en heeft vrijdag beroep aangetekend tegen deze beslissing. De muziekorganisatie wijst erop dat het doorgaans niet toegestaan is om rechtszaken uit te zenden en dat er geen reden is om voor deze zaak een uitzondering te maken. Verder wijst de RIAA erop dat de zitting zou worden uitgezonden via de site van het Berkman Center, een organisatie waar Nesson een belangrijke rol in speelt. De site staat vol met kritische commentaren tegen de RIAA; de organisatie vreest dat toekomstige juryleden hierdoor zullen worden beïnvloed. De RIAA heeft het hof van beroep dan ook gevraagd de uitzending alsnog te verbieden.