Het kabinet heeft bekendgemaakt het in september uitgebrachte advies dat er geen gebruik meer gemaakt moet worden van stemcomputers, in hoofdlijnen over te nemen. In de toekomst moet de zogeheten stemprinter zijn intrede doen.
Op een dergelijk apparaat kan de kiezer zijn keuze intoetsen, die vervolgens wordt uitgeprint en in de stembus wordt gedeponeerd. Dat heeft als voordeel dat de kiezer zijn stem kan controleren, maar belangrijker is dat de papieren opslag van de uitgebrachte stemmen een hertelling mogelijk maakt zonder de argwaan die er bij stemcomputers kan ontstaan.
Vorig jaar werd duidelijk dat de stemcomputers die in Nederland bij verkiezingen waren gebruikt, vatbaar waren voor hackaanvallen waarmee de uitslag kon worden gemanipuleerd. Bovendien bleek dat het mogelijk was om door de apparaten uitgezonden radiogolven op te pikken en zo tot op enkele tientallen meters afstand uitgebrachte stemmen uit te lezen. Dat komt neer op schending van het grondwettelijk verankerde stemgeheim. Naar aanleiding hiervan moest een groot aantal gemeenten teruggrijpen naar het rode potlood.
Het kabinet stelt zich verder op het standpunt dat bij het stemmen via internet het recht om in vrijheid te stemmen en het stemgeheim niet goed kunnen worden gewaarborgd. In een stemlokaal kan toezicht worden gehouden op het verloop van de verkiezingen, zo stelt de regering.
Hoogleraar computerbeveiliging Bart Jacobs van de Radboud Universiteit Nijmegen gaat het kabinet adviseren over de eisen waaraan de stemprintmachines moeten voldoen. In mei wil de regering een definitief besluit nemen over de nieuwe stemmachines.