Een federale rechter heeft gisteren de Californische wet, die de verkoop van gewelddadige computerspellen aan minderjarigen verbiedt, ongrondwettig verklaard. Volgens hem is de wet strijdig met de vrijheid van meningsuiting.
Op initiatief van parlementslid Leland Yee werd in 2005 een wet aangenomen die de verkoop of verhuur van gewelddadige computerspellen aan mensen onder de 18 jaar verbood. Winkeliers en verhuurders konden een boete van 1000 dollar per overtreding tegemoet zien. De organisaties van producenten en verkopers van computerspellen gingen hierop onmiddellijk naar de rechter om de wet buiten werking te laten stellen. Rechter Ronald Whyte sprak het vermoeden uit dat de wet in strijd was met de grondwettelijk gegarandeerde vrijheid van meningsuiting en schortte de werking ervan op in afwachting van een definitief oordeel.
Gisteren velde dezelfde rechter het definitieve vonnis. Volgens hem is de wet inderdaad in strijd met de grondwet, waardoor de opschorting van de werking ervan permanent is geworden. Gouverneur Schwarzenegger, een groot voorstander van de wet, sprak zijn teleurstelling uit over het vonnis en kondigde aan in hoger beroep te zullen gaan. Omdat soortgelijke wetten in andere staten al eerder ongrondwettig waren verklaard, had senator Yee zijn wetsvoorstel opgesteld in samenwerking met grondwetsdeskundigen, in de hoop dat het zo de grondwettelijke toets kon doorstaan. Tevergeefs, zo bleek. Rechter Whyte sprak wel zijn sympathie uit voor het doel van de wet, maar vond desondanks dat deze de vrijheid van meningsuiting te zeer inperkte.
