Een hof van beroep in de Verenigde Staten heeft geoordeeld dat een Calfornische wet die de verkoop en verhuur van gewelddadige games aan minderjarigen verbiedt, in strijd is met de grondwettelijk gegarandeerde vrijheid van meningsuiting.
Al in 2005 nam het parlement van Californië op initiatief van senator Leland Yee een wet aan die de verkoop en verhuur van gewelddadige games aan minderjarigen verbood op straffe van een boete van 1000 dollar per overtreding. De producenten en verkopers van games gingen hierop onmiddellijk naar de rechter om de wet buiten werking te laten stellen, aangezien deze volgens hen in strijd was met de in de grondwet verankerde vrijheid van meningsuiting.
De rechter vermoedde dat de wet inderdaad ongrondwettig was en schortte deze voorlopig op. Na een volledige behandeling van de zaak oordeelde hij in 2007 dat de gamewet inderdaad in strijd was met de Amerikaanse grondwet en werd de opschorting permanent.
De regering van Californië ging tegen deze uitspraak in beroep, maar heeft dit verloren. Vrijdag oordeelde een federaal hof van beroep dat de wet te ver gaat, omdat de staat niet het recht heeft te oordelen welke games te gewelddadig zijn voor jeugdigen.
Het hof was het eens met de lagere rechter, die oordeelde dat de staat geen enkel bewijs had aangedragen dat gewelddadige games schadelijk zijn voor kinderen. Zelfs als dat wel het geval zou zijn, dan zou de wet volgens het hof nog niet door de beugel kunnen, omdat deze veel verder gaat dan alleen het voorkomen van deze schade. Het oordeel van de lagere rechter blijft daardoor overeind, en de wet mag nog steeds niet in werking treden, zo meldt Cnet.
Senator Yee, die de wet had opgesteld, drong er bij de staat aan om in beroep te gaan bij het Hooggerechtshof. Hij verklaarde dat hij altijd al had gedacht dat het Hooggerechtshof er uiteindelijk over zou moeten oordelen. De Entertainment Software Association drong er juist bij de regering op aan om van verdere stappen af te zien, omdat dit toch maar neer zou komen op een verspilling van belastinggeld. De Californische regering heeft nog geen reactie op het vonnis gegeven.