Het beveiligingsbedrijf Symantec signaleert een nieuwe trend onder creditcard-fraudeurs. Door met gestolen gegevens geld te schenken aan een goed doel, kan de crimineel vaststellen of een creditcard nog geldig is.
Dat cybercriminelen steeds meer moeite doen om persoonlijke gegevens te achterhalen, is bekend. De zogenaamde carders richten zich op het stelen van creditcardgegevens, om deze aan de hoogste bieder te verkopen. Om de geldigheid van een account te kunnen testen, geven potentiële kopers zeer kleine bedragen uit of doen aankopen bij willekeurige pompstations. Als het kaartnummer wordt geaccepteerd, kan het stukje plastic worden gebruikt; een geweigerde transactie maakt het nummer direct een stuk minder waard op de ondergrondse carding-markt.
Omdat de grote Amerikaanse creditcardbedrijven hun software om fraude vroegtijdig te detecteren steeds verder hebben verfijnd, hebben de carders een nieuwe truc bedacht, zo constateert Symantec. Opnieuw worden kleine bedragen gestort, maar nu op de rekeningen van bekende goede doelen, zoals het Rode Kruis. De transacties vallen veel minder op in het normale bestedingspatroon, doordat vrijwel elke Amerikaan op willekeurige momenten zijn beurs trekt voor het doen van een gift. De software van bedrijven als Visa en Mastercard detecteert dergelijke transacties niet als verdacht, waardoor een cybercrimineel alsnog de levensvatbaarheid van een creditcardnummer kan vaststellen. Daarnaast steekt een ethische vraag de kop op: goede doelen kunnen elk dubbeltje goed gebruiken, wiens 'schuld' is het dat een klein deel van de buit bij liefdadigheidsinstellingen terecht komt?