Hoewel de op de Clovertown-gebaseerde quad-core-processors van Intel al een tijdje verkrijgbaar zijn, heeft AnandTech een grondige test van deze processors gepubliceerd. De reviewer is niet ontevreden, maar wacht met spanning op échte quad-core processors.
De Xeon E53xx-serie, wat de officiele naam is van de meeste Clovertown-processors, is reeds in november 2006 geïntroduceerd. De voornaamste reden voor deze snelle lancering was om concurrent AMD te snel af te zijn met het beschikbaar hebben van quad-core-processors. De processorserie is beschikbaar in normale varianten die werken op een kloksnelheid van 1,6GHz oplopend tot 2,66GHz en in twee energiezuinige varianten met een kloksnelheid van 1,6 en 1,86GHz. Een 3,0GHz versie van de Xeon met Clovertown-core zit in de pijplijn. De quad-core Xeon's zijn voornamelijk bedoeld voor gebruik in dual-socket-systemen, waardoor het totaal aantal cores op acht komt. Typische toepassingen voor dergelijke processorconfiguraties zijn vanzelfsprekend virtualisatie, maar ook database- en mailservers kunnen profiteren van de vele processorkernen.
De processors met Clovertown-cores zijn in feite twee dual-core Woodcrest-processors op één chip. Daardoor is de processor geen echte quad-core processor, maar eigenlijk een dual-dual-core-processors. De opvolger van Clovertown, genaamd Penryn, zal dezelfde strategie gebruiken. Pas de in 2008 te verschijnen Nehalem zal een 'echte' quad-core-processor zijn. Op de Clovertown-processors delen twee cores 4MB L2-cache, waardoor het totaal op 8MB komt. De fsb van de processors is, afhankelijk van de uitvoering, 1066 of 1333MHz. AnandTech heeft de Clovertown, geïnstalleerd in een dual-processor systeem met twee quad-core Clovertown-processors, vergeleken met zijn voorganger, de Woodcrest, om een oordeel te kunnen vellen over de schaalbaarheid van de architectuur. Ook is de processor vergeleken met een quad-socket dual-core Opteron-server, die dus eveneens acht cores tot zijn beschikking heeft. Aangezien er geen andere quad-core-processors beschikbaar zijn, is het niet mogelijk om de Clovertown daarmee te vergelijken. Een probleem dat de reviewers ondervonden was dat het lastig is om voldoende doorvoersnelheid van de harddisks naar de processors krijgen, om zodoende de processors volledig te belasten. Een twaalfdisk sas-systeem bleek niet in staat om op voldoende snelheid data aan te leveren in sommige benchmarks.

Uit de benchmarks blijkt dat de Clovertown zeer goed schaalt. De reviewers hadden twee verschillende uitvoeringen van de Clovertown tot hun beschikking, namelijk de 1,86GHz-uitvoering en de 2,33GHz-versie. In sommige benchmarks bleek het snelheidsverschil in procenten tussen de twee processors precies gelijk te zijn aan het procentueel verschil in kloksnelheid. Ook ten opzichte van de dual-core Woodcrest zijn de prestaties overeenkomstig met wat mag worden verwacht op basis van de extra cores. In vergelijking met de quad-processor Opteron-server blijken de resultaten wisselend te zijn. In sommige gevallen presteert de Opteron beduidend beter, in andere gevallen de Clovertown. Deze vergelijking is echter niet helemaal eerlijk, omdat een quad-core-processor andere karakteristieken heeft dan een quad-processor systeem. Volgens AnandTech wordt het pas echt interessant zodra AMD zijn Barcelona-processors op de markt brengt, zodat de twee rivalen eerlijk kunnen worden vergeleken. Hoewel de verwachte kloksnelheid van Barcelona met 2,3 tot 2,5GHz achterblijft bij de komende 3,0GHz Clovertown, kan de aankondiging van AMD dat de processor meer werk per kloktik kan verzetten, leiden tot betere prestaties. Uiteraard zijn dat slechts speculaties en zullen daadwerkelijke benchmarks het in de toekomst uit moeten wijzen. Overigens laten de benchmarks van AnandTech een ander beeld zien dan de Clovertown-databasetest van Tweakers.net, maar die test had ook een andere insteek dan de review van AnandTech.