Tom's Hardware Guide heeft een preview gepubliceerd van Intels quadcore Extreme Edition, die naar verluidt halverwege oktober zal worden geïntroduceerd. De nieuwe processor draagt de codenaam Kentsfield en bestaat uit twee aan elkaar gekoppelde Conroes in één socket. Hij zal op 2,66GHz worden geklokt, twee keer 4MB cache hebben en rond de duizend dollar gaan kosten. In principe zou de nieuwe quadcore compatible moeten zijn met alle huidige P965-moederborden, maar omdat er maar één is geprobeerd kunnen uitzonderingen niet worden uitgesloten. Hoewel de chip ontworpen lijkt te zijn voor een 1066MHz FSB, had de reviewer geen enkel probleem om de nieuwe 'Core 2 Quadro' over te klokken naar 3,33GHz door de bus op te schroeven naar 1333MHz. De hoogste stabiele overklok was 3,4GHz.

Omdat het TDP van een 2,66GHz Conroe dualcore op 65W ligt, was het te verwachten dat een quadcoreversie al snel richting de 130W zou gaan. Intel zou het stroomverbruik nog wel kunnen matigen door extra zuinige (mobiele?) chips van de lopende band te pikken om de quadcores van te maken, maar het proefexemplaar dat Tom's Hardware in handen kreeg bleek in ieder geval niet bepaald zuinig te zijn: een systeem met 2,93GHz Conroe verbruikte idle 142W en onder load 165W, terwijl dezelfde configuratie met quadcore tijdens het niets doen 167W verstookte en onder belasting op 260W uitkwam. Ook in de temperatuur was het goed te merken: die nam toe van 43 naar 66 graden. Hier moet wel bij vermeld worden dat SpeedStep-technologie nog niet werd ondersteund, maar onder volle belasting zou dat niet uit moeten maken. Hoewel de quadcore in zijn verbruik nog steeds niet zo gulzig is als de voorgaande Extreme Editions gebaseerd op de Pentium 4, komt het wel weer een aardig eind in de richting.
De prestaties van Kentsfield zijn wisselend: net als bij de stap van single- naar dualcore is het vooral afhankelijk van software-optimalisaties hoeveel winst er mogelijk is. Spellen lopen duidelijk achter: de prestaties van het vierspan zijn in benchmarks als Unreal Tournament en Serious Sam gelijk of zelfs iets minder dan die van een goedkopere en zuinigere dualcore op dezelfde kloksnelheid. Ook voor gewone Office-applicaties en audiobewerking lijken de twee extra cores geen meerwaarde te bieden. Waar het wél de moeite loont is voor zaken als videobewerking, 3dsmax en Photoshop. Van een echte verdubbeling in prestaties is nergens sprake, maar de quadcore schaaft makkelijk een derde van de denktijd af bij rekenintensieve taken zoals het toepassen van filters, coderen of renderen. Waar Kentsfield het ook goed in doet is multitasking: als meerdere tests tegelijk gedraaid worden is hij eerder klaar dan de Conroes, zelfs als deze hoger geklokt zijn.

De conclusie is gemengd: de processor wordt een stuk duurder en warmer dan zijn dualcore broertjes, maar levert in ruil daarvoor lang niet altijd betere prestaties. Gebruikers die zich voornamelijk met video-, 2d- of 3d-bewerking bezighouden - of het liefst vijf dingen tegelijk doen - kunnen de quadcore overwegen, maar alleen als ze bereid zijn om ook de nadelen ervan te accepteren. De prijs/prestatie- en prestatie/watt-verhoudingen zien er niet gunstig uit ten opzichte van de dualcores, dus de afweging zal zelfs voor die groep niet altijd positief uitvallen. Gamers schieten er op het eerste oog zelfs helemaal niets mee op; zij doen er dus beter aan om voor een dualcore te blijven kiezen, die met een beetje geluk in prijs gaan dalen zodra de quadcore verschijnt.