Tijdens de inmiddels beruchte keynote-presentatie die Steve Jobs in het kader van de opening van Apple's Worldwide Developers Conference (WWDC) gaf, liet hij weten dat de Developer Transition Kits voor software ontwikkelaars deze week beschikbaar zouden zijn. Deze developer transition kit bestaat uit onder andere een Apple-computer die is uitgerust met een Intel Pentium 4-processor op 3,6GHz. Uiteraard was het een kwestie van dagen voordat de eerste gedetailleerde informatie over dit systeem beschikbaar zou komen, wat nu dus ook is gebeurd.
Naast de Apple-computer met Intel-processor bestaat de developer transition kit uiteraard uit de nodige documentatie en informatie aangevuld met de noodzakelijke software om de overstap naar Intel-processors zo eenvoudig mogelijk te maken voor ontwikkelaars. Apple benadrukt dat het systeem dat de ontwikkelaars tot hun beschikking krijgen niet in deze vorm op de markt wordt gebracht voor de 'gewone' consument. Ook de gebruikte processor, een Pentium 4 660 op een kloksnelheid van 3,6GHz, zal niet in een later stadium in een Apple-systeem gebruikt gaan worden. Overigens is dit laatste niet verrassend, aangezien het eerste Intel-systeem van Apple pas in 2006 op de markt zal verschijnen en de high-end systemen pas in 2007 zullen beschikken over Intel-processors, en deze processor tegen die tijd zwaar verouderd is.
De Pentium 4 biedt ondersteuning voor 64-bit x86-extensies, maar deze worden nog niet benut door MacOS X of de bijgeleverde software. De snelheid van het systeem is overigens goed te noemen in vergelijking met G5-systemen. Alle applicaties die onderdeel uitmaken van MacOS X en alle iLife-applicaties met uitzondering van iTunes zijn reeds zogenaamde 'universal binaries' en hebben dus native ondersteuning voor de Intel-processor. Het Apple-systeem is verder voorzien van standaard hardware. De chipset is afkomstig van Intel evenals de videochip aangezien dit een GMA900-videochip betreft. Het grafische systeem biedt ondersteuning voor Quartz Extreme, maar is vanzelfsprekend een stuk langzamer dan de videokaarten afkomstig van nVidia en ATi die in huidige Apple-computers worden geleverd. Het is wel mogelijk om een standaard videokaart voor pc's te gebruiken in het Apple-systeem, echter zijn hier standaard geen drivers voor aanwezig. Deze zullen ook niet door Apple worden ontwikkeld, maar kunnen waarschijnlijk wel gewoon bij de fabrikant van de videokaart worden gedownload.
Het werkgeheugen bestaat uit DDR2-geheugen op een kloksnelheid van 533MHz. Harddisks en andere externe opslagapparatuur kan worden aangesloten op de Serial ATA II-aansluitingen. Deze twee technologieën zijn, net als de processor, ook voor het eerst aanwezig in een Apple-systeem. Zoals al reeds bekend was, zullen de Intel-computers van Apple geen gebruik meer maken van Open Firmware. Dit is ook al het geval in het ontwikkel-systeem, aangezien hier een standaard Phoenix-bios voor wordt gebruikt. Installatie van Windows is mede daardoor eenvoudig en dit werkt dan ook goed op deze computer.
Ook op de vragen waarom Apple voor Intel heeft gekozen en niet voor bijvoorbeeld AMD, heeft het bedrijf antwoord gegeven. Volgens Apple heeft AMD namelijk hetzelfde probleem als IBM, namelijk dat het bedrijf niet voldoende productiecapaciteit heeft. Volgens het bedrijf is er ook gekeken naar de Cell-processor, die IBM heeft ontwikkeld in samenwerking met Sony en Toshiba voor gebruik in onder andere de Playstation 3. Volgens Apple is deze processor uitermate geschikt voor gebruik in spelcomputers, maar te langzaam voor standaard desktop-toepassingen.