De Europese AI-verordening is van kracht. De wet die het gebruik van kunstmatige intelligentie moet reguleren gaat per 1 augustus in, maar er is wel een overgangsperiode van twee jaar waarin bedrijven en overheden aan de regels moeten voldoen.
De AI-verordening, of Verordening 2024/1689, werd in mei door de Raad van Europa aangenomen aangenomen en is per 1 augustus actief. De AI-verordening is vergelijkbaar met andere Europese techwetten zoals de AVG, maar is bedoeld om kunstmatige-intelligentiemodellen te reguleren. De wet maakt onderscheid in verschillende risicocategorieën voor AI waarbij modellen alleen onder bepaalde omstandigheden mogen worden ingezet. De voorwaarden waaraan die systemen moeten voldoen, verschillen ook per categorie.
Zowel bedrijven als overheden moeten zich aan die voorwaarden houden. Daar wordt toezicht op gehouden door een nationale toezichthouder. Lidstaten moeten zelf zo'n toezichthouder opzetten, waar de komende twee jaar voor zijn bedoeld. In Nederland komt het toezicht waarschijnlijk te vallen onder de Autoriteit Persoonsgegevens, met bijvoorbeeld een aparte toezichtafdeling. De AP schreef eerder samen met de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur een aanbeveling dat het AI-toezicht daar komt te liggen, al heeft de toezichthouder dan wel veel meer geld nodig.
Net als onder de AVG kan een bedrijf hoge boetes krijgen als het niet voldoet aan de AI-verordening. Die zijn zelfs hoger; de maximale boete ligt op maximaal 35 miljoen euro of zeven procent van de jaaromzet van een bedrijf.