Netbeheer Nederland, de koepelorganisatie van de verschillende Nederlandse netbeheerders, pleit voor een uitzonderingspositie voor zijn sector voor de stikstofeisen voor de bouw. Dat is nodig om te voorkomen dat de uitbreiding van het elektriciteitsnet flinke vertraging oploopt.
Dick Weiffenbach, de algemeen directeur van Netbeheer Nederland, schat dat 25 tot 75 procent van de projecten waar netbeheerders aan werken, vast dreigen te lopen. Door de weggevallen bouwvrijstelling moet worden onderzocht hoeveel stikstof er wordt uitgestoten en dat kost veel tijd. Hij noemt stikstof 'een enorme spelbreker' en wil niet dat zijn sector achteraan in de rij kan aansluiten bij het verdelen van de stikstofruimte.
Weiffenbach stelt dat netbeheerders geen deel van het probleem zijn, maar juist een deel van de oplossing, mede omdat elektrificatie uiteindelijk leidt tot minder stikstofuitstoot. Verder stelt hij dat in de bouwsector al steeds meer met elektrische voertuigen wordt gewerkt en dat de stikstofuitstoot bij de aanleg van nieuwe leidingen en hoogspanningsstations klein en slechts tijdelijk is. Hij waarschuwt dat de klimaatdoelen voor 2030 in gevaar komen als onder meer de aanleg van hoogspanningsleidingen flink vertraagt of geheel stil komt te liggen.
Minister Jetten van Klimaat en Energie erkent het probleem en spreekt van 'een bittere pil'. Hij geeft aan per situatie te kijken naar projecten die zeer cruciaal zijn voor de energietransatie en hoe er daarvoor alsnog een versnelde vergunning kan worden afgegeven. Daarbij wijst hij erop dat in de EU is afgesproken dergelijke bouwplannen voorrang te geven om de klimaatambities te realiseren. Vorig jaar erkende Jetten dat het kabinet meer had moeten doen om het stroomnet uit te breiden.
De zorgen van Netbeheer Nederland hebben te maken met de weggevallen bouwvrijstelling. Deze werd op 1 juli 2021 geïntroduceerd en maakte dat bij de beoordeling van een project geen rekening hoefde te worden gehouden met stikstofeffecten die tijdens de bouw- of aanlegfase werden veroorzaakt. Daardoor konden veel projecten die in de bouwfase een stikstofdepositie veroorzaakten toch doorgaan. In november vorig jaar zette de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State echter een streep door deze bouwvrijstelling.