Nederlandse gemeenten krijgen pas later dit jaar duidelijkheid over het online volgen van burgers. Die regels zouden er eigenlijk al moeten zijn, maar de minister van Justitie zegt dat er meer tijd nodig is om rekening te houden met nieuwe wensen van gemeenten rondom monitoring.
Minister Dilan Yeşilgöz-Zegerius schrijft dat in een antwoord op Kamervragen, die overigens al in december van vorig jaar werden beantwoord maar nu pas online staan. D66 had vragen gesteld over het monitoren van Nederlandse burgers door gemeenten. Een groeiend aantal gemeenten neemt bijvoorbeeld 'online verbiedsgeboden' op in Algemene plaatselijke verordeningen. Daarover is veel onduidelijkheid, ook bij de minister, want het is soms niet helder wat gemeenten dan wel en niet online mogen verbieden en waar de rol van burgemeesters begint en eindigt. Gemeenten verzamelen ook steeds meer gegevens over burgers, bijvoorbeeld om de openbare orde in de gaten te houden.
Al in 2021 werden daar vragen over gesteld aan de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken. Naast de Tweede Kamer hekelde ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten dat er geen duidelijke regels waren voor het online monitoren van burgers. Toenmalig minister Kajsa Ollongren zei toen dat er werd gewerkt aan die regels, waarmee gemeenten niet alleen meer duidelijk zouden krijgen, maar ook een juridische grondslag zouden krijgen voor online monitoring.
Die monitoring zou uiterlijk eind 2022 klaar zijn, maar die deadline is niet gehaald, schrijft minister Yeşilgöz nu. "Het streven was om voor het eind van vorig jaar het juridisch kader voor socialemediamonitoring door gemeenten te verhelderen en een handreiking hieromtrent op te stellen voor gemeenten in het kader van de openbare orde en veiligheid. Dat is helaas niet gelukt", schrijft ze.
Dat komt volgens de minister doordat er sindsdien meer behoefte aan monitoring is ontstaan bij gemeenten. "De onderzoekers hebben namelijk laten weten dat verbreding van de oorspronkelijke reikwijdte van de handreiking nodig is, zodat deze betere aansluiting zal vinden bij de behoefte in de gemeentelijke praktijk", schrijft de minister. Yeşilgöz verwacht ergens in het eerste kwartaal meer te kunnen melden aan de Tweede Kamer, maar het is niet duidelijk of dat meteen betekent dat er ook direct nieuwe regels worden opgesteld of dat dat mogelijk nog langer gaat duren.