Het Nederlandse leger wil meer data kunnen verzamelen en verwerken op plekken waar het werkzaam is. Daarvoor wil Defensie meer 'sensoren' aanschaffen die die data kunnen leveren. Ook gaat het leger meer cyberspecialisten in dienst nemen.
De minister van Defensie en de legertop schrijven dat in de Defensienota 2022. Daarin staan de plannen voor het leger voor de komende vier jaar. Hoewel een groot deel van de capaciteiten gaat naar traditionele aspecten zoals munitie, nieuwe vliegtuigen en drones, wil Defensie ook meer inzetten op 'informatie gestuurd werken en optreden'. "De defensieorganisatie moet informatie sneller en slimmer verkrijgen, verwerken en verspreiden om gericht te sturen en zo succesvol te kunnen zijn in moderne conflicten en crises", staat in de nota. Het leger wil daarom meer operationele data kunnen verzamelen en verwerken.
Om dat voor elkaar te krijgen wil het leger 'meer sensoren' aanschaffen en inzetten, al blijft uit de nota onduidelijk om wat voor soort sensoren het precies gaat. Het leger wil ook meer inzetten op kunstmatige intelligentie en datawetenschappen om de verkregen data goed te verwerken. Daarvoor moet ook veel worden geïnvesteerd in de ict van Defensie. Daar werkt het leger wel al langer aan: het leger krijgt een compleet nieuw ict-netwerk. Het informatiegestuurd optreden wordt 'over de hele linie ingezet', schrijft de legertop. Het gaat dus niet specifiek over alleen het Cybercommando, maar ook over bijvoorbeeld de luchtmacht en landmacht.
Wel gaat Defensie het Cybercommando de komende vier jaar versterken. Dat gebeurt vooral door nieuwe mensen aan te nemen en de huidige werkomstandigheden te verbeteren en niet door bijvoorbeeld nieuwe apparatuur of cyberwapens aan te schaffen. Wel schrijft het leger: "Het cybercommando investeert de komende jaren in de doorontwikkeling van de cyberrange, een oefenfaciliteit voor cyberspecialisten." Het Cybercommando gaat zich voornamelijk inzetten om dreigingen voor de Nederlandse maatschappij tegen te gaan. Nederlandse vitale infrastructuren lopen volgens het leger nog steeds veel kans om te worden aangevallen. Om dat te voorkomen wil het leger meer investeren in de defensieve, maar ook de offensieve cybercapaciteiten.