Het was in 2017 nog een triomf voor de samenwerking tussen overheid en bedrijven: het Belgische identificatieplatform itsme, van banken en providers met steun van de overheid. Nu vindt het Belgische kabinet het ineens een monopolie en wil het een eigen alternatief ontwikkelen.
Voor de Nederlanders en Belgen die itsme niet kennen: het maakt inloggen bij overheidsdiensten, en bij commerciële apps en websites mogelijk via identificatie. Dat verloopt via een app op de telefoon. Gebruikers hoeven bij het inloggen alleen een telefoonnummer in te vullen en vervolgens het verzoek om in te loggen goed te keuren in de app van itsme op de telefoon.
Itsme is van telecomproviders Orange, Proximus en Telenet, en de banken Belfius, BNP Paribas Fortis, ING en KBC. Zij verenigden zich rond 2017 in het initiatief Belgian Mobile ID om een gezamenlijke login mogelijk te maken. Dat kwam er iets meer dan vijf jaar geleden. Alexander de Croo, destijds staatssecretaris voor digitalisering van het federale kabinet, zei volgens Datanews: "Het is voor de overheid moeilijk om innovatiecapaciteit aan de dag te leggen, maar op deze manier kan de private sector innoveren op een manier die ook wettelijk geregeld is." Lovende woorden voor dit initiatief dus.
:strip_exif()/i/2005191536.jpeg?f=imagenormal)
Vanaf het begin was het de bedoeling dat overheidsdiensten er ook mee zouden werken en dat gebeurde begin 2018. Intussen is itsme helemaal ingeburgerd. Volgens de recentste cijfers gebruikt 80 procent van de Belgen de authenticatieapp. Vorig jaar nog verlengde de Belgische overheid het contract om inloggen via itsme mogelijk te maken. De Belgische federale overheid is via SFPI-PFIM aandeelhouder in Belgian Mobile ID, het bedrijf achter itsme. De federale overheid heeft 20 procent van de aandelen in handen, en is daarmee de grootste aandeelhouder.
In februari 2021 maakte de federale overheid bekend de deal met itsme met drie jaar te verlengen, zodat burgers tot 2024 bij overheidsdiensten kunnen inloggen met itsme. Staatssecretaris Mathieu Michel zei toen: "Een geslaagde samenwerking tussen de overheid en een private onderneming die ongetwijfeld een essentiële bouwsteen vormt voor de versterking van het vertrouwen dat essentieel is voor de ontwikkeling van een steeds meer digitale samenleving." Kortom, ook toen was de staatssecretaris heel blij met itsme. Dat is nu anders.
Wat de Belgische overheid nu zegt
Dinsdag kwam ineens naar buiten dat de Belgische overheid werkt aan een eigen alternatief voor itsme. De primaire reden? De overheid wil niet afhankelijk zijn van één bedrijf. "Itsme is heel gebruiksvriendelijk en wordt daarom ook vaak gebruikt, maar het blijft een app van een privémaatschappij", zegt de staatssecretaris nu. Dat is niet helemaal waar, want de federale overheid is zelf de grootste aandeelhouder van Belgian Mobile ID. Daarmee is dat een vreemd argument, want je zou denken dat de federale overheid een stem heeft om de koers van itsme te bepalen.
Waarom is dat monopolie een probleem? Staatssecretaris Michel geeft twee voorbeelden in het artikel van Het Nieuwsblad. "We kunnen niet volledig afhankelijk zijn van een privébedrijf. Wat als itsme morgen overgenomen wordt door een bedrijf buiten Europa? Wat als het een maand in panne ligt?"
Dat zijn inderdaad valide zorgen, maar het ligt vermoedelijk ook binnen de macht van de federale overheid. Over een overname heeft de overheid als aandeelhouder sowieso iets te zeggen en overheden moeten overnamen goedkeuren. Een belangrijke dienst met een downtime van een maand is ongekend en bovendien draait itsme op Microsoft Azure. Dat is geen clouddienst waarbij een downtime van een maand in de lijn der verwachtingen ligt, zegt ook Data News.
Toch komt die onvrede met itsme niet uit de lucht vallen. Frank Robben van Kruispuntbank Sociale Zekerheid had een paar weken geleden al forse kritiek, schreef Computable. "Itsme houdt zich niet aan de gemaakte afspraken en dit ondanks herhaaldelijk aandringen. Het poogt vanuit een monopoliepositie buitenproportionele bijkomende kosten aan te rekenen aan de diverse overheden voor het gebruik van itsme. Kosten die dan eigenlijk systematisch naar de belastingbetaler worden doorgeschoven."
Het probleem is wellicht niet dat de overheid te afhankelijk is van itsme; het lijkt eerder omgekeerd: dat itsme te afhankelijk is van de overheid. Zoals Robben het omschrijft: "Zo'n 85 procent van de onboardings bij itsme is gerealiseerd op basis van de overheidstoepassingen die itsme gebruiken. De hoge marktpenetratie van itsme is grotendeels te danken aan de steun vanuit de overheid."
Daarbij zou je verwachten van een monopolist dat die dankzij de vrijheid om eigen prijzen te bepalen, forse winsten opstrijkt, maar dat blijkt niet waar. Volgens Robben heeft itsme na vijf jaar nog altijd geen winst gemaakt. Beide kunnen niet tegelijk waar zijn: als itsme te duur is, moet het bedrijf immers wel winst kunnen maken.
Tot slot
Itsme geeft geen inhoudelijke reactie. Directeur Stephanie de Bruijne noemt het komende alternatief alleen verrassend. "Wij hebben een paar weken geleden vernomen dat de overheid aan een alternatief werkt. Wij vinden dat een verrassende keuze."
Het valt te bezien of de federale overheid binnen een paar jaar met een goedkoper en even goed werkend alternatief gaat komen. De reden dat beide staatssecretarissen zo enthousiast waren over itsme, was immers mede dat ze niet goed voor zich zagen hoe overheidsdiensten dit kunnen ontwikkelen. Hoe het ook zal lopen, in de komende paar jaar kunnen Belgen itsme nog gebruiken om in te loggen op overheidsdiensten. Hoe het inloggen daarna verloopt, zal dan moeten blijken.