Het is 'zeer onwaarschijnlijk' dat de Europees-Russische ExoMars-missie in september doorgaat, zo waarschuwt het Europese ruimteagentschap. Alle opties worden nog onderzocht, maar de sancties die Europa aan Rusland heeft opgelegd lijken te zwaar om de missie door te laten gaan.
Het ruimteagentschap sluit een eventuele lancering op een later tijdstip met de bewoording 'zeer onwaarschijnlijk' niet definitief uit. Vanwege de stand van Mars ten opzichte van de aarde lijkt het er in elk geval op dat de missie voor minimaal twee jaar vertraagd wordt. De ExoMars-rover zou namelijk aanvankelijk in september de ruimte in moeten gaan, wanneer er gedurende twaalf dagen een lancering mogelijk is. 'De sancties en de bredere context' zijn volgens ESA de oorzaak van de onzekerheid. "ESA's secretaris-generaal bekijkt alle opties en komt later met een formele beslissing over de voortgang door de ESA-lidstaten", aldus het ruimteagentschap.
ESA zegt dat het met de beslissing de lijn volgt van de 22 lidstaten van het agentschap. Ook zegt het agentschap de sancties door te voeren die de lidstaten aan Rusland opleggen, voor zover die betrekking hebben op de ruimtevaartindustrie. Het agentschap volgt de situatie in Oekraïne naar eigen zeggen nauwlettend.
De vertraging is te wijten aan de harde sancties die Westerse landen hebben opgelegd aan Rusland na de invasie van Oekraïne. Dat daarbij de ruimtevaartindustrie zou worden geraakt was al wel duidelijk; daarvoor waarschuwde het Witte Huis eerder al. Ook haalde het Russische ruimteagentschap Roscosmos al zijn personeel al weg bij de Europese lanceerbasis Kourou in Frans-Guyana.
Tot nu toe was het nog niet bekend wat voor invloed de sancties zouden hebben op toekomstige ruimtevaartmissies. ExoMars is daar nu het eerste voorbeeld van. Die missie bestaat uit een Russische lander en een Europese rover; de ruimtevaartapparatuur zou middels een Russische Proton-raket worden afgeleverd.