De ESA en de Russische ruimtevaartorganisatie Roskosmos zijn niet geslaagd in een valtest op grote hoogte, waarbij het draaide om de parachute. Bij een eerdere test waren er ook al problemen met de parachutes. Wellicht gooit dit roet in het eten voor de lancering in de zomer van 2020.
De ESA schrijft dat teams bezig zijn om het ontwerp van de parachute nader te bestuderen na de onsuccesvolle valtest van vorige week. De eerste test vond vorig jaar plaats in Zweden, waarbij de grootste parachute met een diameter van 35m succesvol op een hoogte van 1,2km werd ontvouwd en opgeblazen. In mei dit jaar was er echter tegenslag bij een nieuwe test. Voor het eerst werd toen de ontvouwprocedure voor alle vier de te gebruiken parachutes getest. Dat gebeurde op 29km hoogte. De ontkoppelingsmechanismen werkten correct en het ontvouwen lukte, maar er ontstond ook schade aan de belangrijkste parachutes.
Voordat de huidige mislukte test van 5 augustus werd aangevangen hebben ESA en Roskosmos aanpassingen doorgevoerd aan het ontwerp. Bij deze test draaide het om de grootste parachute. Volgens de eerste berichten zijn de initiële stappen goed uitgevoerd, maar trad er net als bij de vorige test schade op aan het parachutescherm. Deze schade ontstond al voordat de parachute werd opgeblazen, een probleem dat identiek is aan de test van mei. Als gevolg van de schade daalde de gebruikte testmodule alleen op basis van de te geringe weerstand van de pilot chute, een kleine parachute die gebruikt wordt om de belangrijke, grote parachute uit te klappen. Francois Spoto, de teamleider van ExoMars, noemt de recente mislukking teleurstellend, maar zegt dat zijn team bezig is om te begrijpen wat er mis ging en de fout te herstellen, zodat een lancering volgend jaar nog mogelijk is.
Voor het einde van dit jaar moet weer een nieuwe poging plaatsvinden en de volgende kwalificatiepoging van de tweede grote parachute moet ergens begin volgend jaar plaatsvinden. Het ExoMars-team onderzoekt tegelijkertijd ook de mogelijkheid van het produceren van additionele parachutemodellen. Ook worden er tests uitgevoerd op de grond om de dynamische eigenschappen van het uitklappen van de parachute na te bootsen.
De ExoMars-missie moet tussen 25 juli en 13 augustus volgend jaar gelanceerd worden met een Russische Proton-raket, zodat de lander in maart 2021 op Mars kan aankomen. Een woordvoerder van de ESA zegt tegen The Verge dat er nu geen foutmarge meer is. Dat betekent dat als de volgende test weer geheel of deels mislukt, dat de lancering in de zomer van 2020 waarschijnlijk niet gehaald wordt. Vermoedelijk zal de missie dan pas weer in 2022 gelanceerd worden, omdat de Aarde en Mars dan pas weer een gunstige afstand tot elkaar hebben.
De missie bestaat uit een afdalingsmodule, een Russisch platform voor het oppervlak van Mars en daarin een door de ESA gebouwde Rosalind Franklin-rover. Als landingslocatie is Oxia Planum gekozen. Dit gebied bevindt zich in de buurt van de evenaar van Mars en men vermoedt dat water hier in het verleden een rol heeft gespeeld. De rover gaat in de grond boren om te onderzoeken of er ooit leven is geweest op de planeet.
Bij de landing zullen naast het parachutesysteem ook raketten worden ingezet. Tijdens het eerste deel van de missie ging de landing in 2016 mis. Er werd toen wel succesvol een satelliet in een baan om Mars gebracht, maar de Schiaparelli-testrover, die bedoeld was om de landingsprocedure en de bijbehorende technologie te demonstreren, crashte met een snelheid van 540km/u op de planeet. Dat kwam door een softwarefout, waardoor de hoogte verkeerd werd ingeschat.