Een bug in de Linux-kernel maakte het mogelijk voor gewone gebruikers om rootrechten te krijgen op de meeste distro's. De local privilege escalation-bug genaamd Sequoia zit in de filesystem-laag.
De kwetsbaarheid werd ontdekt door onderzoekers van beveiligingsbedrijf Qualys. Die tracken de bug onder CVE-2021-33909, maar noemen hem ook wel Sequoia. Het gaat om een bug in de bestandssysteemlaag van Linux. Als een aanvaller een bestandsstructuur met bepaalde lengte kan mounten en vervolgens verwijderen, ontstaat een mogelijkheid om een out-of-boundswrite uit te voeren waarmee een lokaal account code met rootrechten kan draaien.
De bug zit in de seq_file
-interface. Die bevat een buffer en als die kan worden overschreden, kan de out-of-bounds ontstaan. Volgens de onderzoekers kan dat met een directorystructuur waarvan de lengte meer dan een gigabyte groot is.
De kwetsbaarheid zit in alle Linux-kernels tussen 3.16 en 5.13.x. In kernel-versie 5.13.4 is de bug opgelost. Daarmee zijn de meeste Linux-systemen kwetsbaar. De onderzoekers zeggen dat ze volledige rootrechten in ieder geval konden krijgen op Ubuntu 20.04, 20.10 en 21.04, en op Debian 11 en Fedora 34. In de recentste changelog van de kernel staat dat de bug is opgelost in versie 5.13.4. Die is door de meeste grote distro's inmiddels doorgevoerd.