De Amerikaanse FTC stelt dat grote techbedrijven het consumenten onnodig moeilijk maken om hun apparaten te repareren en stelt nieuwe wetgeving voor om repareerbaarheid makkelijker te maken en om consumenten repareerbare opties te geven voor elektronica.
In een verslag aan het Amerikaanse congres dat de FTC heeft gepubliceerd, beschrijft de handelsautoriteit tal van reparatierestricties door fabrikanten van onder andere consumentenelektronica. Voorbeelden zijn het gebruik van lijm, waardoor het moeilijk is om onderdelen te vervangen, beperkte beschikbaarheid van reserveonderdelen en het niet beschikbaar stellen van diagnostische software.
Ook stelt de FTC dat fabrikanten regelmatig bestaande garantiewetgeving breken of op zijn minst oprekken door producten zo te ontwikkelen dat ze moeilijk te repareren zijn en door instructies voor het repareren achter de hand te houden of te verschuilen achter patenten en handelsmerken. Volgens de FTC worden onafhankelijke thirdpartyreparateurs tegengewerkt door onder andere softwarelock-out.
Volgens de FTC zijn er amper goede argumenten te bedenken om reparatiebeperkingen van bedrijven te verantwoorden. Daarom verkent de FTC mogelijkheden om het makkelijker te maken voor consumenten om hun apparaten te repareren. Ook wil het samenwerken met beleidsmakers om wetgeving op staats- of landelijk niveau te ontwikkelen voor het recht op reparatie.
De VS is niet de enige die zich druk maakt over het recht op reparatie. Eind vorig jaar nam het Europees Parlement een resolutie aan met regels rondom repareerbaarheid, garantieperiodes en beschikbaarheid van onderdelen. En sinds kort heeft Frankrijk verplichte repareerbaarheidslabels voor consumentenelektronica die duidelijker moet maken hoe makkelijk een apparaat te repareren is. Daar schreven we onlangs een Plus-artikel over.