De Autoriteit Persoonsgegevens wijst politieke partijen op de regels rondom microtargeting in de campagnetijd. De privacywaakhond zegt dat dat juridisch een ingewikkeld onderwerp is en dat partijen moeten oppassen met zulke advertenties.
De toezichthouder waarschuwt specifiek voor microtargeting, waarbij politieke partijen persoonsgegevens gebruiken om specifieke groepen aan te spreken tijdens campagnes. Door de coronacrisis moeten de meeste partijen digitaal campagne voeren, en worden er dus vaker persoonsgegevens verwerkt. De AP heeft een handleiding gemaakt met zeven punten waar politieke partijen op moeten letten als ze daaraan doen.
Zo waarschuwt de AP dat partijen eerst de noodzaak moeten onderzoeken van microtargeting. "Onderzoek of een minder ingrijpende methode van campagne voeren mogelijk is", schrijft de toezichthouder. Ook herinnert de AP partijen eraan dat gegevens over lidmaatschappen van politieke partijen bijzondere persoonsgegevens zijn. Dat is een begrip uit de AVG voor gegevens die nog beter beschermd moeten worden dan gewone persoonsgegevens.
Partijen moeten ook uitzoeken of ze zelf gegevens verwerken of dat uitbesteden aan een bedrijf of het op sociale media doen, en de partijen mogen niet zomaar gegevens van internet scrapen die mensen daar zelf hebben neergezet.
Volgens de toezichthouder is microtargeting lastig voor de politiek. "Microtargeting is juridisch gezien een ingewikkeld onderwerp. Het is daarom aan te raden dat u zorgt voor deskundigheid binnen uw partij over het gebruik van persoonsgegevens", schrijft de AP. De nieuwe regels passen binnen het beleid van de waakhond. Die zei in 2019 al extra aandacht te gaan besteden aan onder andere dataverzameling- en gebruik binnen de overheid.