TNO en Airbus DS Nederland werken samen om satellieten van laserverbindingen te voorzien die doorvoersnelheden van een terabit per seconde halen. Naast snel internet, moet dit veiliger verbindingen en internet voor landelijke gebieden mogelijk maken.
TNO Space & Scientific Instrumentation en Airbus Defence and Space Netherlands voorzien dat het datagebruik wereldwijd enorm blijft toenemen, waardoor behoefte bestaat aan internet via satellieten, in aanvulling op bestaande netwerken zoals die voor 5G. Ze werken daarom samen aan grondstations die in de toekomst via lasers met satellieten moeten communiceren om wereldwijd breedbandinternet mogelijk te maken. Recent is besloten dat die samenwerking echt tot producten voor de markt moet leiden.
Lasers bieden de mogelijkheid de datadoorvoersnelheid enorm te verhogen ten opzichte van de momenteel gebruikte RF-signalen. Daarnaast maken dit soort lasercommunicatiesystemen, door hun compactheid, netwerken van kleine breedbandsatellieten mogelijk die onderling verbonden zijn met ‘cross-links’. Deze netwerken bieden wereldwijde dekking en hebben zeer lage latency. Het Nederlandse high-techconsortium FSO Instruments is leverancier van dergelijke systemen. Voor defensiedoeleinden is de communicatietechniek interessant, omdat deze veiliger en moeilijker af te tappen is. Het project van TNO en Airbus DS draagt de naam TOmCAT, wat staat voor Terabit Optical Communication Adaptive Terminal.
De mogelijkheden van lasers voor de communicatie met ruimtevaartuigen zijn al decennia bekend. Er zijn dan ook veel experimenten geweest met bijvoorbeeld de precisie bij het richten van laserlicht. Al in 1968 ving NASA's Surveyor VII op de maan met zijn tv-camera licht op van twee laserstralen vanaf de aarde. De stralen lijken relatief groot op de afbeelding vanwege verstrooiing van het licht in de atmosfeer van de aarde.
In 1995 wist de Japanse ruimtevaartorganisatie National Space Development Agency, sinds 2003 bekend onder de naam Japan Aerospace Exploration Agency, in samenwerking met het Communications Research Laboratory een verbinding van 1Mbit/s op te zetten tussen de ETS-VI-satelliet en een grondstation in de VS. Daarvoor werd eerst een uplink gelegd vanaf het grondstation, via een argon-ion-laser met een vermogen van 13,2W op 514,5nm. De ccd-sensor van de testsatelliet ving dit signaal op en stuurde met zijn eigen laser communication equipment laserlicht met een golflengte van 830nm en een vermogen van 13,8mW terug naar het grondstation, dat dit opving met een ontvanger met een diameter van 1,2 meter.
De aandacht voor internet via telecommunicatiesatellieten is flink toegenomen door de recente lanceringen van grote hoeveelheden breedbandsatellieten door onder andere SpaceX, voor zijn Starlink-netwerk, Telesat en OneWeb, waar Tweakers in 2019 een achtergrondartikel over publiceerde. Europa werkt aan zijn eigen netwerk voor data relay vanaf aardobservatiesatellieten in lage banen, via satellieten in hoge geostationaire banen, het European Data Relay Satellite System. Volgens Niel Truyens, business developer space bij TNO, maken dit soort toekomstige satellietconstellaties dat de vraag naar lasercommunicatiesystemen zal 'exploderen'.
:strip_exif()/i/2004112334.jpeg?f=imagenormal)
Internet via satellieten moet zo een aanvulling vormen voor bestaande netwerken. Truyens: "5G is voor hoge doorvoer van data, meer data per gebruiker en lagere latency. Maar internet aanbieden op afgelegen gebieden met bestaande grondinfrastructuur is een probleem. Er is steeds meer behoefte aan veilige, stabiele verbindingen op afgelegen en landelijke locaties, bijvoorbeeld voor de verbinding van grote hoeveelheden sensoren in de landbouw." TNO begon al zes jaar geleden met de ontwikkeling van optische systemen voor lasercommunicatie. Inmiddels werken er ongeveer honderd man aan de techniek.
Airbus Defence and Space Netherlands werkt mee aan de ontwerpen en wil deze systemen in productie gaan nemen. Volgens Alex Mendes, product line manager bij Airbus DS NL, is er weliswaar momentum voor de markt, maar zijn er zakelijke en technische uitdagingen om het geheel van grondstations, netwerkinfrastructuur en satellieten commercieel levensvatbaar te ontwikkelen. "We willen een compleet grondstation kunnen aanbieden. Wat je nodig hebt is een telescoop, het onderdeel dat op de atmosfeer gericht is. Daarnaast heb je een optical bench nodig voor beammanagement, oftewel het distribueren van licht dat binnenkomt vanaf de satelliet. Ook is telecomapparatuur vereist voor een goede conversie van licht naar data, in aanvulling op de overige elektronica en mechanische structuren." De grondstations zullen zo als een communicatiebackbone voor het satellietnetwerk dienen. De telecomsatelliet kan vervolgens via RF-connecties de eindgebruikers met internet verbinden. Dat is slechts een voorbeeld van een gebruikersscenario.
Vorig jaar testte SpaceX voor zijn Starlink-netwerk voor het eerst laserverbindingen tussen twee satellieten. In 2008 hield het German Aerospace Center een demonstratie met een terminal voor zijn Terrasar-X-satelliet voor waarbij een doorvoersnelheid van 5,6Gbit/s tussen twee satellieten werd behaald over een afstand van 5000km. Inmiddels is er een tweede generatie die 1,8Gbit/s over 45.000km moet kunnen halen. De technologie voor grond-naar-satelliet-communicatie via lasers is minder ver gevorderd, maar ook hiervoor zijn al demonstraties gehouden. Dat maakt TOmCAT anders dan andere initiatieven, zoals die van het Duitse Mynaric, dat momenteel ook aan de technologie werkt en deze test. Truyens: "Er zijn inderdaad verschillende demonstraties geweest, maar daarbij ging het om beperkte afstanden, of met een lage datarate. Wij richten ons op een hogere datarate, tot wel 1Tbit/s, met een aanpak die daadwerkelijk producten en serieproductie mogelijk maakt."
Om tot dergelijke snelheden te komen, moeten meerdere golflengtes van het licht gemultiplext worden in krachtige optische stralen. Het systeem moet 650W aan optisch vermogen leveren voor een stabiele verbinding met satellieten op 36.000 tot 39.000km boven het aardoppervlak. Een belangrijk subsysteem daarbij is dat met adaptive optics. "Vanwege de afstand die het licht tussen aarde en ruimte aflegt, moet het systeem kunnen corrigeren voor atmosferische verstoringen om een stabiele verbinding te behouden. We ontwikkelen technieken voor het meten van het signaal, om de spiegels en laserstraal vooraf te kunnen corrigeren." In 2019 heeft TNO bij een demonstratie over een afstand van 10 kilometer aangetoond dat deze techniek het signaal met 6dB verbetert. Het instituut verwacht vergelijkbare verbeteringen bij grotere afstanden.
/i/2004112330.png?f=imagenormal)
Een andere uitdaging is bewolking. Mendes: "RF-signalen gaan door bewolking, lasers niet. De verwachting is dat we eerst enkele tientallen, maar in een later stadium honderden grondstations moeten gebruiken, zodat er altijd een grondstation in zicht is voor de satellieten." Truyens: "Maar denk ook aan veiligheid. Er zijn al methoden operationeel waarbij dergelijke lasers het vliegverkeer niet verstoren. Bijvoorbeeld bij laser satellite ranging voor het bepalen van de afstand tot satellieten met lasers. Daarbij zetten ze de lasers gewoon uit als een vliegtuig in de buurt is."
Verder maakt het hoge vermogen van de lasers dat er uitdagingen zijn. Ze kunnen bijvoorbeeld spiegels en lenzen beschadigen, met verlaagde prestaties tot gevolg. "We ontwikkelen bij TNO ook halfgeleiderindustriecomponenten; die moeten ook hoge temperaturen aankunnen. We werken met coatings om de thermische stabiliteit te garanderen." Uiteraard is ook de precisie van de instrumenten van groot belang: de spiegels moeten op microradiaal niveau kunnen bewegen voor de precieze optische link van de grond tot satelliet, oftewel een miljoenste van een radiaal.
Render van TOmCAT-grondstation en geïntegreerd systeem voor adaptive optics en multiplexer. Bron: TNO
Meerdere belangrijke leveranciers zijn betrokken bij TOmCAT. Zo levert FSO Instruments de optomechatronische modules, subsystemen voor lasercommunicatie. Voor de geïntegreerde fotonische chips die nodig zijn voor lasercommunicatie, draagt een aantal bedrijven van Photon Delta bij aan het project. Photon Delta is een publiek-private samenwerking van overheid, universiteiten en techbedrijven op het gebied van fotonica. Truyens: "We hebben baat bij het hightech-ecosysteem in Nederland op het gebied van optica en fotonica. Er is veel deskundigheid op verschillende technische gebieden en er heerst hier een cultuur van samenwerken om de beste opties te vinden."
De resultaten moeten zich de komende jaren bewijzen. Mendes: "De komende maanden gaan we verdere grondtesten houden. Ik verwacht dat de commerciële beschikbaarheid in de jaren daarna volgt, met over zo'n vijf jaar systemen die terabitsnelheden ondersteunen." Die systemen kunnen dan volgens de Airbus-technicus gebruikt worden voor grondstations voor de komende generatie breedbandsatellieten. TNO en Airbus werken ook aan de volgende stap: laserterminals voor eindgebruikers. In eerste instantie zijn die terminals bestemd voor schepen en vliegtuigen, wat weer nieuwe uitdagingen met zich meebrengt om de technologie compacter te maken.
Volgens Mendes en Truyens zal voor het moment van inzet veel afhangen van de demonstraties de komende jaren. "Als we laten zien dat de technologie werkt en dat er rendabel werkelijke producten te maken zijn, dan komt de markt in beweging."