De ESA heeft naar eigen zeggen met succes het European data relay system getest. Satellieten kunnen zo data naar grondstations sturen door laserverbindingen met andere satellieten te leggen. Ze hoeven daarbij niet meer direct in het zicht te zijn van grondstations.
Tijdens de proef met de zogeheten SpaceDataHighway werd data uitgewisseld via een directe laserverbinding tussen de Sentinel-1A en Alphasat. De twee kunstmanen waren 45.000km van elkaar verwijderd. Met de laserverbinding, waarbij foto's van het aardoppervlak werden verzonden, werd een snelheid behaald van 600Mbit/s, bij een theoretisch maximale snelheid van 1,8Gbit/s.
Volgens de ESA, die samenwerkt met Airbus Defense, kan de SpaceDataHighway-technologie gezien worden als baanbrekend omdat er door grondstations zonder onderbrekingen gegevens van satellieten kunnen worden uitgelezen. Dit speelt met name een rol voor satellieten die in een lage baan om de aarde cirkelen, zoals de Sentinel-1A. Door met lasers data door te sturen via de Alphasat, die met een vaste positie ten opzichte van de aarde zijn banen maakt, kan een grondstation continu gegevens van Sentinel-1A ontvangen.
ESA en Airbus willen de komende jaren met nieuwe satellieten nog verder experimenteren met de lasertechnologie binnen het Copernicus-programma voor aardobservatie. NASA experimenteert ook met lasers voor datacommunicatie in de ruimte en wist met een dataverbinding met de maan een doorvoersnelheid van 622Mbit/s te behalen.