Er komen wellicht EU-regels om de transparantie rondom het gebruik van standaard-essentiële octrooien te verbeteren. Dat moet het landschap van deze belangrijke octrooien voor bijvoorbeeld de 5G- en de iot-sector overzichtelijker maken voor kleine bedrijven en hen helpen met innovatie.
De Europese Commissie heeft een actieplan voor intellectueel eigendom opgesteld om de innovatie, digitalisering en het economisch herstel in de EU te versnellen. Een van de hoofddoelen van dit actieplan is het faciliteren van het delen van intellectueel eigendom. De Commissie vindt het belangrijk de toegang tot belangrijke intellectuele eigendommen te verbeteren, zeker in de huidige crisistijd. Een onderdeel daarvan zijn de zogeheten standaard-essentiële octrooien. De Commissie gaat voorstellen doen om de transparantie en voorspelbaarheid te verbeteren bij het proces van het licenseren van deze octrooien. Volgens de Commissie is dat van groot belang, omdat deze patenten worden aangemerkt als een sleutelelement voor de digitale transformatie van de Europese industrie, waarbij specifiek het uitbrengen van 'connected cars en andere iot-producten' worden genoemd.
Standaard-essentiële octrooien
Standaard-essentiële octrooien zijn bij uitstek belangrijk, omdat ze cruciaal zijn voor de verdere ontwikkeling van een bepaalde technologische standaard. Om een standaard te ontwikkelen, stelt de industrie bepaalde eisen en kenmerken vast door middel van een standard setting organisation waar doorgaans de grote en relevante bedrijven uit de betreffende sector bij zijn aangesloten. Deze organisaties moeten niet alleen zorgdragen voor een efficiënte standaardisering en werkende technologie, maar ook toezien op een situatie waarin de technologie daadwerkelijk door iedereen kan worden gebruikt. Dat kan echter lastig zijn, omdat een standaard, zoals umts of lte, een beschrijving is van vele technologieën. Die zijn soms stuk voor stuk vastgelegd in aparte octrooien en dus in eigendom van veel verschillende bedrijven. Partijen die de standaard willen toepassen, kunnen veelal niet om deze octrooien heen, want ze zijn essentieel.
Normaal gesproken kan een bedrijf het gebruik van een octrooi dwarsbomen, als ware het een alleenrecht. Omdat dat de adoptie en ontwikkeling van een standaard in de wielen kan rijden, worden standaard-essentiële octrooien doorgaans op zogenaamde Frand-voorwaarden in licentie gegeven. Dat is een afkorting die staat voor fair, reasonable and non-discriminatory, kortom het onder redelijke voorwaarden in licentie geven van de octrooien. Het idee daarachter is dus dat als de bezitter van een standaard-essentieel patent licenties weigert of veel te hoge royalty's voor het gebruik van zo'n octrooi vraagt, dat de markt verstoort of de adoptie en ontwikkeling van de standaard beperkt. Dit principe van standaard-essentiële octrooien zou een relatief transparant landschap teweeg moeten brengen, waarbij er zonder veel gedoe gebruik kan worden gemaakt van de gepatenteerde technologie.
Nokia vs Daimler
De praktijk laat echter zien dat ook bij standaard-essentiële octrooien nogal eens geprocedeerd wordt, bijvoorbeeld omdat patenthouders en gebruikers het niet altijd eens zijn over wat Frand-voorwaarden precies zijn. Een voorbeeld is de juridische strijd tussen Nokia en Daimler, waarbij het moederbedrijf van onder meer de Mercedez-Benz-auto's toegang wil tot bepaalde umts- en lte-technologie van Nokia, wat Daimler ziet als cruciaal voor het gebruik van communicatie- en navigatiediensten in zijn auto's. Nokia heeft daarvoor samen met anderen zoals Qualcomm en Sharp een patentenpool in het leven geroepen, met een vast royaltybedrag van 15 dollar per voertuig om een licentie voor de implementatie van de 4G-standaard te krijgen. Daimler vindt dat te duur en vindt dat het op redelijke en niet-discriminatoire wijze via zijn toeleveranciers toegang moet kunnen krijgen tot de gestandaardiseerde technologie. Nokia stelt dat het dat ook heeft geboden, maar dat Daimler desondanks de uitvindingen van Nokia heeft gebruikt, zonder toestemming en de juiste compensatie.
In augustus deed een Duitse rechtbank een uitspraak in deze zaak, waarmee Nokia Daimler zou kunnen dwingen te stoppen met de verkoop van auto's in Duitsland. Dat was een in potentie explosief oordeel. De verkoop is echter nog niet gestaakt, mede omdat Nokia volgens de rechtbank dan wel een borg van 7 miljard euro moet instellen. Wil Nokia het verkoopverbod daadwerkelijk instellen en afdwingen, dan moet het bedrijf dit bedrag als onderpand betalen. Het idee hierachter is dat als Nokia uiteindelijk de zaak alsnog verliest, en het verkoopverbod was al van kracht, dan kan Daimler aanspraak maken op dat bedrag als compensatie voor zijn gederfde inkomsten.
De vrees is dat als Daimler de zaak uiteindelijk verliest, het ook gevolgen kan hebben voor de bredere toepassing van IT in auto's. Ook kan het dat Nokia deze strijd dan niet alleen in de autosector wil voeren, maar veel breder, waarbij ook andere sectoren aangesproken worden die gebruikmaken van mobiele technologische vindingen van Nokia. Het Finse bedrijf verdient jaarlijks 1,4 miljard euro aan royalties voor het in licentie geven van zijn patenten.
Stappen van Europese Commissie
De Europese Commissie verwijst overigens niet rechtstreeks naar deze zaak tussen Nokia en Daimler. Commissaris Margrethe Vestager wijst specifiek naar het belang voor kleine en middelgrote bedrijven om niet te verzanden in onnodige procedures en gedoe, wat de innovatie en economische vooruitzichten kan schaden.
Volgens haar is de huidige situatie rondom standaard-essentiële octrooien onwenselijk, in de zin dat er geen tools zijn voor kleine en middelgrote bedrijven om snel tot effectieve licentieovereenkomsten te komen: "Er wordt nogal wat geprocedeerd. Op de korte termijn willen we stimuleren dat de industrie uitzoekt hoe het fora kan opzetten om discussies en mediation mogelijk te maken, zodat er wellicht meer zaken buiten de rechtszaal kunnen blijven", schrijft Bloomberg. Ze vindt het huidige systeem niet erg transparant en vanuit die opvatting overweegt ze stappen te zetten die moeten leiden tot de oprichting van een onafhankelijk orgaan dat onderzoekt hoe essentieel de standaard-essentiële patenten nou echt zijn voor de bewuste standaard. Hierbij sluit ze het instellen van nieuwe regelgeving niet uit.
Het actieplan is overigens breder dan het onderwerp van de standaard-essentiële octrooien en kent een aantal hoofddoelen: het verbeteren van de bescherming van intellectueel eigendom, het faciliteren van het delen van intellectueel eigendom om het gebruik van technologie in de industrie te bespoedigen, het bestrijden van namaak, het verbeteren van het afdwingen van de intellectuele eigendomsrechten en het bevorderen van een gelijk speelveld op wereldwijd niveau.