De Nederlandse Kiesraad gaat het tellen van stemmen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen aanpassen. Dat doet de instantie na een brandbrief van onder andere hoogleraren rondom het gebruik van de Ondersteunende Software Verkiezingen, wat niet veilig zou zijn.
De groep die aan de bel trok heeft zich verenigd in de Stichting Tegen Hackbare Verkiezingen. Het bestuur van die stichting bestaat uit securityconsultant Sijmen Ruwhof, VU-hoogleraar Herbert Bos, en freelance securityontwikkelaar Ron van Workum. De stichting heeft een rapport geschreven waarin het waarschuwt dat de verkiezingssoftware van volgend jaar niet veilig is. De conclusies uit dat rapport worden onderschreven door dertien hoogleraren, waaronder Bart Jacobs van de Radboud Universiteit, Aiko Pras van de Universiteit Twente, en Lokke Moerel van de Universiteit van Tilburg.
De stichting waarschuwt specifiek voor de Ondersteunende Software Verkiezingen, die voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 wordt gebruikt. Ook wordt die OSV ingezet voor verschillende lokale verkiezingen rondom gemeentelijke herindelingen later dit jaar. De OSV wordt gebruikt om resultaten op te slaan. Het stemmen zelf gaat nog steeds met potlood en papier, maar de resultaten van lokale stembureaus worden na de telling in die software gezet en doorgestuurd naar de Kiesraad. Van de software wordt een uitdraai gemaakt waar burgemeesters hun handtekeningen op zetten. Daarmee wordt een uitslag definitief.
Met name dat laatste zit de stichting dwars. De Kiesraad zou bijvoorbeeld niet verifiëren of de resultaten van die uitdraai overeen komen met de getelde stemmen, bijvoorbeeld door ze zelf nog eens handmatig na te laten tellen. Dat maakt het gebruik van de software een kwetsbare schakel in de keten, stelt de stichting: "Buitenlandse inlichtingendiensten beschikken over de technische vaardigheden om de uitslag te beïnvloeden door bij de gemeentes in te breken. Daarnaast bestaat altijd de mogelijkheid dat een opportunistische, afgeperste of omgekochte gemeentelijke systeembeheerder eigenhandig en ongezien de software op de optelcomputers aanpast om met de uitslag te frauderen."
De stichting beschrijft in haar rapport verschillende manieren waarop de verkiezingsuitslag zou kunnen worden gemanipuleerd. Dat kan bijvoorbeeld door malware op een systeem te krijgen, of door een hack van buitenlandse inlichtingendiensten. Overigens wordt die kans wel kleiner omdat de computers waar OSV op draait offline worden gebruikt. Dat maakt een hack moeilijker. Desondanks beschrijft de stichting ook situaties waarbij ook die air-gap kan worden overbrugd, bijvoorbeeld door de leverancier aan te vallen of een hardware-implantaat op een computer te krijgen.
Als oplossing raadt de stichting aan dat het makkelijker moet worden om de resultaten uit een stembureau te kunnen verifiëren met de resultaten die in OSV worden gezet. Daar worden al stappen in gezet. De Kiesraad heeft als reactie op het rapport toegezegd dat de uitslagen tijdens de volgende verkiezingen beter controleerbaar zullen zijn. De Kiesraad gaat 'aanvullende handmatige controles' uitvoeren op de resultaten. Ook worden de processen-verbaal, de uitdraaien van OSV, online gezet. Zowel politieke partijen als burgers zouden die resultaten dan moeten kunnen natellen.
De Nederlandse regering besloot vorig jaar nieuwe software te bouwen voor de verkiezingen, nadat OSV onveilig bleek te zijn. De opvolger van OSV had al af moeten zijn, maar de deadline werd eind 2019 uitgesteld. Daarom wordt tijdens de Tweede Kamerverkiezingen alsnog gebruikt van de oude software, maar minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren wilde die wel laten aanpassen. Inmiddels zouden er in OSV geen grote kwetsbaarheden meer zitten, bleek in oktober uit onderzoek. Wel zijn er nog een aantal kleine problemen, zoals het gebruik van admin/admin als standaardcredentials en moeilijk leesbare code.