De Autoriteit Persoonsgegevens heeft vorig jaar 26.956 meldingen van datalekken ontvangen. Dat is een stijging van 29 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Er lopen nog drie onderzoeken naar datalekken die het gevolg zijn van gebrekkige beveiliging.
Volgens de AP worden in Nederland per inwoner de meeste datalekken gemeld van alle Europese landen. De privacytoezichthouder wijst er in zijn verslag op dat het meer capaciteit nodig heeft om het gestegen aantal datalekmeldingen grondig te kunnen onderzoeken. De AP zegt al jaren dat de organisatie onderbezet is en daardoor soms geen adequaat onderzoek kan doen.
Bij 1180 meldingen heeft de AP actie ondernomen richting de organisatie die het lek heeft gemeld. In de meeste gevallen ging dat om contact voor het opvragen van aanvullende informatie. In 10 procent van de gevallen is er een 'normuitleggende brief' gestuurd en bij 5 procent van de gevallen is er een gesprek gevoerd met de organisatie om op de privacyregels te wijzen en aan te dringen op maatregelen.
De 26.956 meldingen zijn binnengekomen via het meldloket datalekken op de AP-website. De privacyautoriteit heeft daarnaast van andere Europese toezichthouders 75 meldingen ontvangen van grensoverschrijdende datalekken. Ook deelt de AP zelf meldingen over grensoverschrijdende datalekken met andere EU-landen. De toezichthouder noemt als voorbeeld een 'melding van een grote verzekeringsmaatschappij waarbij data werd gesloten uit een kluis'. Dat gaat over de diefstal bij Allianz. Volgens de AP zijn er verschillende Europese privacytoezichthouders bij die zaak betrokken.
Vorig jaar gaf de AP voor het eerst een boete aan een organisatie voor een datalek. Het Haagse Haga Ziekenhuis moet 460.000 euro betalen vanwege de slechte beveiliging van patiëntdossiers. Er lopen nog drie andere onderzoeken naar datalekken die het gevolg zijn van gebrekkige beveiliging; die onderzoeken kunnen een boete opleveren. Om welke bedrijven of instanties het gaat, is niet bekend.
Volgens de AP zijn er vorig jaar 28 nieuwe onderzoeken gestart bij organisaties die mogelijk een datalek hadden moeten melden en dat niet of te laat hebben gedaan. Er zijn ook 5 onderzoeken afgerond in die categorie, die 'kunnen leiden tot een sanctie'. Daarnaast zijn er 10 onderzoeken naar niet-gemelde datalekken afgerond die hebben geleid tot een 'alternatieve interventie'. In zo'n geval organiseert de AP een normuitleggend gesprek of stuurt de organisatie een waarschuwing. Er lopen nog 15 onderzoeken.
Naast datalekmeldingen door instanties en bedrijven ontvangt de AP ook klachten en signalen over mogelijke datalekken. De autoriteit heeft naar aanleiding van dergelijke meldingen 'circa 70' acties ondernomen richting organisaties.
De financiële sector was goed voor 30 procent van de datalekken. In die categorie ging het in 71 procent van de gevallen om een factoring bureau. Volgens de AP gaat het dan meestal om een klein datalek zoals een herinneringsbrief voor een openstaande factuur die geopend retour komt. Het percentage datalekmeldingen uit de zorgsector was 28 procent en bij openbaar bestuur was dat 17 procent. Die top drie is vergelijkbaar met voorgaande jaren. In 2019 ontving de AP een kwart meer meldingen naar aanleiding van hacking, phishing of malware. Volgens de autoriteit lijken vooral grotere organisaties die persoonsgegevens van veel mensen verwerken hier doelwit van.