Een Britse parlementscommissie wil dat de Britse overheid lootboxes voor kinderen verbiedt. De parlementariërs zijn het niet eens met de opvatting van de Britse gokautoriteit en vindt dat lootboxes wel degelijk conform de gokwetgeving moeten worden gereguleerd.
De commissie concludeert in haar rapport dat vooral bij kinderen voorzichtigheid geboden is, omdat lootboxes volgens de parlementariërs onder gokken vallen. "Lootboxes zijn erg lucratief voor gamebedrijven, maar eisen ook hun tol, met name voor probleemgokkers, terwijl kinderen blootstaan aan potentiële schade. Het kopen van een lootbox is het spelen van een kansspel en het is hoog tijd dat de gokwetten daarmee in lijn worden gebracht. We dagen de regering uit om te leggen waarom lootboxes van de gokwet uitgezonderd zouden moeten zijn."
In het rapport stellen de parlementariërs zich op het standpunt dat lootboxes die een element van een kansspel bevatten, niet aan kinderen verkocht moeten worden. In plaats daarvan zou ingamegeld verdiend moeten worden door het verkrijgen van beloningen door het spelen van de spellen, aldus de commissie. Zij richt zich rechtstreeks aan het adres van de regering met de volgende oproep: "In afwezigheid van onderzoek dat bewijst dat het geen kwaad kan om kinderen bloot te stellen aan gokken door het kopen van lootboxes geloven wij dat we een voorzorgsmaatregel moeten treffen en dat lootboxes niet mogen in games die kinderen spelen, totdat het bewijs het tegendeel aantoont."
De parlementariërs erkennen in het rapport dat er op dit moment nog onvoldoende bewijs is voor de aanwezigheid van een oorzakelijk verband tussen lootboxes en problematische vormen van gokken, maar ze verwijzen naar onderzoeken waarin wordt gesuggereerd dat lootboxes nog altijd schadelijk kunnen zijn. Om kinderen te beschermen stelt de commissie voor dat de Britse regering PEGI moet opdragen om het bestaande goklabel en de corresponderende leeftijdslimieten toe te kennen aan 'games met lootboxes die met echt geld gekocht kunnen worden en waarbij niet al vooraf de inhoud kenbaar is'.
De Britse gokautoriteit gaf eind juli aan dat lootboxes niet onder gokken vallen. Ruim een maand daarvoor gaf een jurist van EA aan dat lootboxes volgens haar niet beschouwd moeten worden als gokken; ze vergelijk de digitale pakjes met de chocoladeverrassingseieren van Kinder of Hatchimals en benadrukte het in haar ogen onschuldige verrassingselement. De meeste landen zien lootboxes niet als gokken, in tegenstelling tot met name België en Nederland. In België heeft de toezichthouder bepaald dat elk betaald, lootboxachtig mechanisme automatisch in strijd is met de wet. Volgens de Nederlandse Kansspelautoriteit zijn lootboxes alleen onwettig als de inhoud daarvan verhandelbaar is.
In het brede, negen maanden durende onderzoek ging het niet alleen over lootboxes, maar over de veel bredere vraag of het spelen van games gereguleerd moet worden. Vanuit dat kader is ook het onderwerp verslaving behandeld. De commissie stelt vast dat data over hoe lang men speelt essentieel is om te begrijpen wat een normale omgang met games is en dat gamebedrijven deze informatie voor hun eigen marketingdoeleinden verzamelen. "Echter, ten overstaan van de commissie waren de vertegenwoordigers van de game-industrie bewust dom in het beantwoorden van vragen over typische speelpatronen". Daarbij worden specifiek topmensen van Epic Games en EA genoemd, die niet in staat waren om nader toe lichten wat een 'frequente speler' van Fortnite is en wat zoal de speelduur in FIFA is. Op het punt van het beheersen van hoeveel iemand speelt vindt de commissie dat de game-industrie onvoldoende verantwoordelijkheid heeft geaccepteerd voor het begrijpen of voorkomen van deze schade.
Ook in algemene zin steekt de commissie zijn frustratie over de medewerking van de vertegenwoordigers van socialemediabedrijven en gamebedrijven niet onder stoelen of banken. "Het viel ons op hoe moeilijk het was om volledige en duidelijke antwoorden te krijgen en we waren teleurgesteld door de manier waarop sommige vertegenwoordigers het onderzoek tegemoet traden. We vonden dat sommigen een gebrek aan eerlijkheid en transparantie betrachten bij het erkennen welke data wordt verzameld en hoe die gegevens worden gebruikt voor het maken van de producten. Dit wierp de vraag op wat deze bedrijven hebben te verbergen. Het is onacceptabel dat bedrijven met miljoenen gebruikers, waaronder veel kinderen, zo slecht toegerust zijn om de potentiële impact van hun producten te bediscussiëren."
De Digital, Culture, Media and Sport Committee voorziet de Britse regering van advies over onder meer digitale zaken en de regering moet binnen twee maanden inhoudelijk op die adviezen reageren, al is het opvolgen ervan niet verplicht.