NASA gaat het oppervlak van Saturnus-maan Titan verkennen met een drone. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie hoopt daar de atmosfeer beter te kunnen bestuderen door naast het landen ook rond te kunnen vliegen over het oppervlak.
De missie bestaat uit een lander die de naam Dragonfly ('Libelle') meekrijgt. Die landt rond de evenaar van de maan van Saturnus, en moet daar een paar jaar lang de complexe atmosfeer bestuderen. Het gaat weliswaar om een lander, maar Dragonfly gebruikt een helikopterachtig mechanisme om tijdens verschillende vluchten in totaal 180 kilometer van de totale maandiameter van 5.149 kilometer te vliegen. De Dragonfly heeft daarvoor een thermo-elektrische generator aan boord die met behulp van een plutonium-238 radio-isotoop een batterij oplaadt. Er wordt voor die optie gekozen omdat Titan niet genoeg zonnekracht heeft om het voertuig met zonnecellen op te laden.
Titan heeft een atmosfeer met 1,5 keer de dichtheid van die van de aarde, maar de zwaartekracht is slechts veertien procent van die van onze planeet. Daarom is het rondvliegen met rotoren volgens de NASA een perfecte manier om over het hemellichaam te bewegen. Aan boord van Dragonfly zitten instrumenten die volgens de NASA 'erg lijken op die van de Curiosity-rover', die momenteel op Mars rijdt. Ook gaat de sonde seismische metingen doen.
De NASA maakte de missie donderdagavond bekend. Het was lange tijd onduidelijk welke missie het ruimteagentschap precies zou aankondigen. Er was namelijk ook de optie om naar de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko te vliegen en daar zelfs een bodemmonster van terug te brengen naar aarde. Uiteindelijk koos de NASA toch voor de Titan-missie, die weliswaar moeilijker is maar ook meer kan opleveren. "Een groot land doet grootse dingen", sprak NASA-baas Jim Bridenstine tijdens de aankondiging. Deel van de beslissing kwam naar aanleiding van de bevindingen van de Huygens-sonde. Die zat aan boord van de Cassini-sonde, en daalde in 2004 af voor een landing op Titan. Daar overleefde de sonde slechts 90 minuten, maar dat leverde enorm veel data op over de maan. Zo werd bijvoorbeeld bekend dat er vloeibare stoffen op het oppervlak te vinden zijn, zoals meren en rivieren van vloeibaar methaan.
Dragonfly valt onder het New Frontiers-programma van de NASA, een serie aan ruimtemissies die bedoeld zijn om diep in het zonnestelsel onderzoek te doen. Dragonfly wordt de vierde missie binnen New Frontiers, naast de Pluto-missie van New Horizons, de Juno-sonde, die bij Jupiter vliegt, en OSIRIS-REx bij de asteroïde Bennu.
Het gaat nog jaren duren voordat de Dragonfly bij Titan aankomt. De reis naar het maantje duurt namelijk erg lang. De missie gaat naar verwachting in 2026 omhoog op een nog niet uitgekozen raket, en landt dan in 2034 pas op de maan. Dat is net zo lang als eerdere missies, zoals Saturnus-sonde Cassini die er bijna zeven jaar over deed om de 1,2 miljard kilometer te reizen. Cassini maakte daarbij gebruik van een zwaartekrachtsslinger van Jupiter. Ook gaat het lang duren voordat überhaupt bekend is of de landing succesvol is geweest. Communicatie tussen de aarde en Titan duurt ruim 75 minuten.