Advocaat-generaal Maciej Szpunar heeft donderdag in een advies aan het Europese Hof van Justitie gesteld dat de uitleen van e-books door bibliotheken onder dezelfde regels dient te vallen als de uitleen van papieren boeken. Het Hof volgt dit soort adviezen doorgaans op.
In het advies legt Szpunar uit dat de Europese regels die van toepassing zijn op de uitleen van boeken ook dienen te gelden voor e-books. Hij motiveert deze conclusie door te stellen dat de wetgever ten tijde van het schrijven van de wet geen rekening kon houden met de commerciële exploitatie van e-books, omdat de techniek toen nog in de kinderschoenen stond. De wet dient volgens de advocaat-generaal zo te worden uitgelegd, dat deze meegaat met zijn tijd.
Hij voegt daaraan toe dat het de voornaamste doelstelling van het auteursrecht is om de belangen van de auteur te beschermen. Op dit moment worden e-books op basis van licenties uitgeleend, die vooral uitgevers en tussenhandelaren ten goede komen. Door e-books wat betreft de uitleen gelijk te stellen met papieren boeken kan er uiteindelijk meer vergoeding naar de auteur vloeien.
Het Europese Hof buigt zich over de zaak omdat de rechtbank van Den Haag in 2014 enkele vragen aan de Europese rechter heeft gesteld over de interpretatie van EU-recht. Dit deed hij in de zaak tussen de Vereniging Openbare Bibliotheken en Stichting Leenrecht, waarin de bibliotheken van mening zijn dat e-books net als papieren boeken worden gezien.
Het lenen werkt aan de hand van een systeem waarbij een uitgeleend e-book niet door een ander te lenen is en voor een beperkte periode voor de lener beschikbaar is. Na het verstrijken van deze periode is het boek weer door anderen te lenen. Nederlandse bibliotheken startten in 2014 met het uitlenen van e-books.
Het is nog niet duidelijk wanneer het Europese Hof met een definitieve beslissing zal komen.