Het Europese Hof van Justitie heeft besloten dat het verkopen van een computer met vooraf geïnstalleerde software niet oneerlijk of misleidend is. Dit oordeelde de rechter naar aanleiding van een zaak die in 2008 was aangespannen tegen Sony.
De Europese rechter schrijft, naast het feit dat een dergelijke praktijk niet oneerlijk is tegenover de consument, dat het verkopen van dergelijke computers niet in strijd is met de 'vereisten van professionele zorg' die verkopers in acht moeten nemen. Daarbij neemt de rechter mee dat verkoop van een computer inclusief software voldoet aan de verwachtingen van de meeste consumenten. Het is echter aan de verschillende nationale rechters om elk geval afzonderlijk te beoordelen.
Daarmee geeft het Hof antwoord op de vraag van een Franse rechter, die vroeg of het verkopen van een computer met al aanwezige software oneerlijk is, als er geen mogelijkheid voor de consument is om hetzelfde model zonder de software te kopen. In de afweging kan ook worden meegenomen of de consument van tevoren is geïnformeerd over de aanwezigheid van de software, aldus het Hof. Dit is noodzakelijk zodat een consument een geïnformeerde beslissing kan maken.
Met een tweede vraag wilde de Franse rechter weten of het aanbieden van een computer met vooraf geïnstalleerde software misleidend is, in het geval dat de prijs van elk aanwezig programma niet wordt genoemd. Daarover zegt het Hof dat dit niet misleidend is, omdat de afzonderlijke prijzen van de software geen 'essentiële informatie' zijn bij de aankoop van een computer. Daardoor mist de consument niet de mogelijkheid om een geïnformeerde beslissing te nemen.
De onderliggende zaak, waarin de Franse rechter de vragen stelde, was in 2008 aangespannen door Vincent Deroo-Blanquart. Hij had een Sony-systeem gekocht met daarop Windows Vista Home Premium. De Fransman ging echter niet akkoord met de gebruiksvoorwaarden van het besturingssysteem en wilde de waarde van het vooraf geïnstalleerde besturingssysteem terugvragen van Sony. Het Japanse bedrijf weigerde en bood hem aan om de transactie geheel ongedaan te maken. Daarna diende de man een aanklacht in tegen Sony, waaruit de huidige uitspraak is voortgekomen.