DJI heeft een bètaversie uitgebracht van zijn nieuwe geofencing-software, waarmee voorkomen moet worden dat gebruikers hun drones in gebieden laten vliegen waar dat niet is toegestaan. Gebruikers moeten de firmware van hun drone vernieuwen en de app updaten.
In een persbericht zegt de dronefabrikant dat, alhoewel het om een bèta gaat, iedereen de software kan gebruiken. DJI verwijst Android-gebruikers naar een apk-installatiebestand, terwijl iOS-gebruikers een verzoek moeten indienen om toegang te krijgen tot de geofencing-software. Het systeem heet Geospatial Environment Online, ofwel GEO, en geeft dronegebruikers toegang tot realtime informatie over gebieden waar drones niet mogen vliegen. Het systeem is gebaseerd op informatie van het bedrijf Airmap en moet het voorgaande, verouderde no-fly-systeem vervangen.
Volgens DJI werkt de bètasoftware voor de Phantom 3- en Inspire 1-drones en zal de testfase niet erg lang gaan duren, al geeft de fabrikant geen precieze termijn. Na de bètafase is het de bedoeling dat de final versie van de nieuwe geofencing-software snel wordt vrijgegeven.
Omdat GEO informatie in realtime biedt kunnen er onder andere tijdelijke restricties worden toegevoegd aan de lijst met gebieden waar niet gevlogen mag worden. Dat kan bijvoorbeeld handig zijn in het geval van bosbranden of tijdens evenementen waar veel mensen samenkomen. Het is overigens mogelijk om een ontheffing te krijgen van de no-fly-zones; DJI kan deze uitdelen aan mensen met een geverifieerd account en in het geval het gaat om een advies in plaats van een verbod.
DJI wil met GEO tegemoet komen aan zorgen van autoriteiten over overlast van drones in bepaalde gebieden. Het is aannemelijk dat er op termijn in veel landen wetgeving wordt doorgevoerd die het gebruik van drones aan banden moet leggen. DJI had eerder al aangekondigd GEO uit te zullen brengen.