Het Nederlandse kabinet komt met een nieuw wetsvoorstel dat de bewaarplicht moet regelen. In maart stelde de rechter de huidige bewaarplicht buiten werking, omdat hij niet voldeed aan het Europese mensenrechtenverdrag.
Het kabinet stelt voor dat een officier van justitie die gebruik wil maken van door providers bewaarde telefoon- of internetgegevens, toestemming nodig heeft van een rechter-commissaris. Het kabinet stelt dat met de extra toetsing burgers een waarborg hebben dat hun privacy niet zomaar wordt aangetast. Totdat een rechter de bewaarplicht in maart buiten werking stelde, was deze toetsing er niet.
Providers moeten internetgegevens zes maanden gaan bewaren, voor telefoniegegevens geldt een termijn van twaalf maanden. In die tijd kunnen opsporingsdiensten een verzoek indienen bij de rechter-commissaris om gegevens van verdachten in strafzaken in te zien. Alleen als er een verdenking is van een strafbaar feit waarvoor iemand in voorlopige hechtenis mag worden genomen, is het opvragen van gegevens toegestaan.
Het wetsvoorstel is nog niet openbaar. Het kabinet heeft het naar de Raad van State gestuurd en zal het publiceren als het wetsvoorstel voor de nieuwe bewaarplicht naar de Tweede Kamer gaat. Het voorstel komt niet als een verrassing. Het kabinet zei al vlak na de rechterlijke uitspraak dat er een nieuwe bewaarplicht zou aankomen. Het kabinet noemt de bewaarplicht 'noodzakelijk' voor opsporing.