Op dag twee van de World Solar Challenge staan de drie teams uit de lage landen in de top vier. In de Challenger-klasse staat het Solar Team Twente aan kop. Op 4 minuut 30 volgt het Nuon Solar team. Michigan staat op drie en het Belgische Punch Powertrain-team op vier.
In de Cruiser-klasse ligt het Solar Team Eindhoven met de Stella Lux op de tweede plaats. Volgens de lokale media profiteerden de auto's in de Challenger-klasse van een matige wind met een snelheid rond de 24 kilometer per uur of windkracht 4. Met die wind konden de teams zuinig rijden en toch een snelheid ruim boven de 90km/h behouden. Het Twentse team wist een gemiddelde snelheid van 99km/h te halen, tegen 94 een dag eerder. Maar de gemiddelde snelheid is uiteindelijk niet waar het om draait. Het gaat om de totale tijd die verstreken is tussen de start en de laatste controlepost, in het geval van de eerste vijf in de Challenger-klasse op dag twee was de laatste controlepost Barrow Creek op 1210 kilometer van het startpunt.
De zogenaamde 'event times' van de vijf hoogstgeplaatste teams liggen dan ook dicht bij elkaar: Twente heeft de eerste twee dagen in totaal 14 uur, 43 minuten en 43 seconden gereden tot Barrow Creek. De Japanners van de Tokai University liggen daar op plaats vijf slechts 25 minuten achter met 15h 8min 20s totale rijtijd. Dat laatste team kreeg 10 minuten aan strafpunten, waardoor het Punch Powertrain Solar Team toch nog de vierde plaats in het tussenklassement behaalde.
In de Cruiser-klasse wordt dat allemaal wat anders berekend, daarom betekent de snelste 'event time' daar niet dat het ook de winnaar betreft. Het team uit Eindhoven rijdt met twee man in de auto, al heeft de auto vier zitplaatsen, daarom staan zij met een event time van 14h 8min 57s op de tweede plaats, terwijl de eerste plaats voor in het tussenklassement gaat naar de Kogakuin University uit Japan met een kleine 14 uur aan event time. Eindhoven en Kogakuin zijn wel de enige van de Cruiser-klasse die al bij Tennant Creek zijn. De overige auto's zijn gemeten of bij Dunmarra of Katherine, wat respectievelijk 350 of 650 kilometer scheelt.