In de Zweedse plaats Falun moet volgend jaar het eerste 'klimaatpositieve' datacenter ter wereld gebouwd worden. Het EcoDataCenter krijgt stoom van een naburige warmtekrachtcentrale. Deze wordt omgezet naar elektriciteit. De restwarmte gaat naar kantoren en woningen in de buurt.
Het EcoDataCenter, dat wordt ontwikkeld door een energieproducent en de start-up EcoDC, moet volgens de planning naast een energiecentrale komen te liggen. De bouw gaat ongeveer drie jaar duren. De energiecentrale wekt elektriciteit op uit uitsluitend hernieuwbare bronnen, waaronder waterkracht, zonne-energie en windenergie. Daarnaast wordt er in de centrale ook gestookt met biomassa. De biomassa bestaat onder andere uit restproducten van de naburige houtindustrie, zoals houtsnippers en zaagafval. Deze drijven een turbine van 8,6MW aan voor de elektriciteit. De afgekoelde stoom wordt in Falun in een gesloten systeem gebruikt voor stadsverwarming.
De koelsystemen in het EcoDataCenter, dat uit drie gebouwen met in totaal een vloeroppervlak van 23.250m² gaat bestaan, zullen worden aangedreven door de overtollige stoom van de naburige elektriciteitscentrale. Elektriciteit voor de servers wordt verkregen door een mix van zonne-energie via zonnepanelen, naburige windmolens en waterkrachtinstallaties.
Daarnaast is er, dankzij de gunstige ligging 200km ten noordwesten van Stockholm, tussen oktober en april geen actieve koeling nodig, omdat er geprofiteerd kan worden van de koele buitenlucht. Tevens zal de door de EcoDataCenter ontwikkelde restwarmte afgegeven worden aan het stadsverwarmingssysteem van Falun.
Volgens de ontwikkelaar van het EcoDataCenter zal het rekencentrum per saldo 'klimaatpositief' zijn, wat wil zeggen dat het meer CO2-uitstoot voorkomt dan produceert. De power usage effectiveness-waarde ligt op 1,15. Daarnaast zorgen de lage energiekosten niet alleen voor een milieuvriendelijk datacenter, maar ook voor aanmerkelijk lagere kosten voor gebruikers van het datacenter.