Bedrijven zijn in de afgelopen jaren nauwelijks meer gebruik gaan maken van virtualisatie, zodat datacenters onnodig inefficiënt zouden worden gebruikt. Ook Nederlandse en Belgische bedrijven scoren matig met hun datacenter-efficiency.
Dit concludeert Oracle op basis van een eigen onderzoek onder bijna duizend bedrijven met een omzet van 100 miljoen dollar of meer. Uit het onderzoek blijkt dat Nederland en België geen hoogvliegers zijn met de ontwikkeling van datacenters en de inzet van geavanceerde technologie.
Oracle heeft de resultaten van zijn onderzoek vertaald in een indexcijfer, waarnaar de fabrikant refereert als de Oracle Next Generation Datacenter Index. Deze index geeft volgens de fabrikant een indicatie van de voortgang van organisaties met de ontwikkeling van hun datacenters door de inzet van geavanceerde technologie.
Gemiddeld scoren de ondervraagde bedrijven 5,28 op een schaal van nul tot tien. De Benelux behoort met een score van 5,64 tot de middenmoot. Duitsland en Zwitserland scoren met een 6,09 het hoogst, terwijl ook Scandinavië met een 5,95 relatief hoog scoort. Achterblijvers ten opzichte de gemiddelde score van 5,28 zijn Spanje en Portugal (4,73), Italië (4,50) en het Midden-Oosten (4,41). Europa scoort met 5,32 punten iets lager dan de VS (5,79).
Volgens Martien Ouwens, principle solutions architect bij Oracle Nederland, blijkt uit het onderzoek van zijn bedrijf dat ondernemingen in de afgelopen jaren amper meer gebruik zijn gaan maken van virtualisatie. "Virtualisatie wordt al snel bestempeld als verouderde technologie, maar is dat zeker niet. Tweederde van de bedrijven heeft bijvoorbeeld minder dan de helft van zijn systemen gevirtualiseerd, terwijl slechts 15 procent meer dan 70 procent van de runtime omgeving virtualiseert. Het gemiddelde gebruik van virtualisatie is ten opzichte van 2003 echter nauwelijks toegenomen."
De ict-architectuur van veel bedrijven is in de afgelopen jaren volgens Ouwens in rap tempo complexer geworden, terwijl de datacenters niet mee zijn ontwikkeld. "Veel onderdelen in datacenters zijn verouderd, waardoor bijvoorbeeld realtime-toezicht op het stroomverbruik in veel gevallen niet mogelijk is. Ook is het lastig om de koelstructuur van een bestaand datacenter aan te passen, waardoor koeling niet hoog op de agenda staat."
Juist door op de koeling te letten kan echter fors worden bespaard, stelt Ouwens. "Door de temperatuur in het datacenter een graadje hoger te zetten, kan al flink worden bespaard. Hoe lager de temperatuur moet zijn, hoe harder de systemen moeten werken om te koelen. Ook hebben veel bedrijven geen realtime-inzicht in hun stroomverbruik en datacentertemperaturen. Slechts 11 procent houdt actief toezicht op de workload, het stroomverbruik en de temperatuur."
Uit het onderzoek van Oracle blijkt dat veel bedrijven behoefte hebben aan een nieuw datacenter. Ongeveer de helft van de ondervraagde respondenten zegt binnen twee jaar een nieuw datacenter nodig te hebben; 7 procent heeft dat nu al nodig.
Overigens heeft het leeuwendeel van de ondervraagde bedrijven (39 procent) een eigen datacenter binnen de bedrijfsmuren. 24 procent beschikt over een enkel intern datacenter, maar gebruikt ook een externe colo. Een vijfde van de bedrijven zegt meer dan één intern datacenter te hebben, terwijl nog eens 17 procent zowel eigen datacenters als colo-faciliteiten inzet.