IBM heeft aangekondigd dat het bedrijf de komende vijf jaar 3 miljard dollar, omgerekend 2,2 miljard euro, gaat investeren in nieuwe chiptechnologie, waaronder 7nm-chipontwerpen en mogelijke opvolgers van de huidige silicium-chips.
Volgens deskundigen worden de kosten voor chipfabricage van silicium-chips steeds hoger. Ook zouden de grenzen van verdere verkleining van transistoren in zicht komen bij procedés tot 10nm. Nog kleinere chipstructuren zouden problemen geven met efficiëntie, warmteontwikkeling en maximaal haalbare snelheden. IBM verwacht desondanks silicium-chips te gaan ontwikkelen op basis van een 7nm-procedé. Ook concurrenten als TSMC en Samsung zijn hard bezig met kleinere procedés. Zo wil TSMC snel op 10nm overstappen, volgens Digitimes, nadat Samsung flinke vorderingen met zijn 14nm FinFET-procedé heeft geboekt en overeenkomsten met Qualcomm op dit gebied zou hebben gesloten. Chipgigant Intel heeft de verwachting uitgesproken 7nm-chips in 2017 of 2018 te kunnen produceren.
Om het benodigde onderzoek naar zijn chipontwerpen mogelijk te maken wil IBM de komende vijf jaar 2,2 miljard euro investeren. Daarbij zoekt het bedrijf ook naar nieuwe chiptechnologie als opvolgers van de huidige silicum-ontwerpen. IBM noemt onder andere grafeen, koolstofnanobuisjes, fotonica en tunnel field effect transistors als interessante onderzoeksgebieden waar het tijd en moeite in wil gaan steken. Ook quantumcomputing en neuromorfische processoren, chips waarvan de werking gemodelleerd is op de werking van de hersenen, zijn onderzoeksgebieden waar de Amerikaanse computerreus belangstelling voor heeft.
IBM, dat flink heeft geïnvesteerd in cloud computing en software voor 'big data', stelt dat op termijn nieuwe processortechnologie noodzakelijk zal zijn om bijvoorbeeld transacties op grote snelheid te verwerken, snelle encryptie mogelijk te maken en om de sensorinputs van internet of things-toepassingen te kunnen inlezen en begrijpen.