Onderzoekers van IBM's onderzoekslaboratoria hebben een 'software-ecosysteem' geïntroduceerd dat kan worden gebruikt om IBM's brein-chips aan te sturen. Die chips zijn gemodelleerd naar het menselijk brein, met neuronen en synapsen in silicium.
De software-architectuur breekt met traditionele programmeermethodes en is gericht op het benutten van parallelle, asynchrone processen. IBM bouwde de eerste chips die met de software aangestuurd moeten worden al in 2011. De 256 kunstmatige neuronen in die chip staan via ruim driehonderdduizend synapsen met elkaar in verbinding. Het gecombineerde hard- en softwareproject wordt Synapse, een afkorting voor Systems of Neuromorphic Adaptive Plastic Scalable Electronics, genoemd. De slim gekozen naamgeving verraadt al dat het project is medegefinancierd door Darpa, de Amerikaanse defensie-organisatie.
Het doel van het project is de ontwikkeling van een nieuwe generatie computers en verwante producten, zoals software en sensors, die op een meer biologische manier functioneren. Waar traditionele computers goed zijn in het berekenen van lineaire problemen, worden zaken als patroonherkenning steeds belangrijker. Traditionele computers zijn daar niet goed in, terwijl hersenen daarin juist excelleren. Bovendien zijn hersenen, ondanks hun enorme parallellisme met miljarden neuronen, zeer zuinig. De emulatie van hersenen met supercomputers vergt daarentegen enorme hoeveelheden energie.
Met Synapse moet dat eenvoudiger worden: neuronen worden niet in traditionele hardware geëmuleerd, maar het silicium van de gebruikte chips is gemodelleerd naar neuronen en hun onderlinge verbindingen. De software die IBM in zijn nieuwe initiatief wil ontwikkelen, moet die chips aansturen. Daarbij moeten kleine neurale netwerken als 'corelets' worden aangesproken: zo zouden verzamelingen hersencellen of functionele gebieden geïmiteerd kunnen worden. Corelets kunnen weer gecombineerd worden tot grotere neurale netwerken, wat schaalbaarheid zou moeten implementeren.
Op termijn wil IBM een nieuwe generatie computers met neurale netwerken bouwen, die uit tien miljard neuronen met honderd biljoen synapsen of onderlinge verbindingen bestaan. Die systemen zouden niet alleen symbolische data als tekst verwerken, maar ook met sensorische data als visuele prikkels overweg kunnen. In Japan werd onlangs nog een seconde hersenactiviteit van 1 procent van de menselijke hersens gesimuleerd: daarvoor was veertig minuten supercomputer-tijd nodig. IBM wil een realtime-systeem bouwen, met een volume van slechts twee liter en een vermogen van slechts 1kW.