In de Verenigde Staten is Western Digital aangeklaagd wegens 'te kleine' harde schijven. Het probleem van de advocaten Gutride en Safier, die de zogenaamde 'class action suit' namens de Amerikaanse consument aanspanden, is dat WD adverteert met gigabytes van 1.000.000.000 bytes, terwijl de meeste besturingssystemen de schijfgrootte in gigabytes van 1.073.741.824 bytes weergeven, zodat de bruikbare capaciteit bijna 7,4% kleiner lijkt. Hoewel dit bij alle harddiskleveranciers gebruikelijk is, heeft Western Digital geen zin in een kostbare juridische procedure, en stuurt het bedrijf aan op een schikking. In het kader van deze schikking betaalt WD ongeveer een half miljoen dollar aan proceskosten en belooft het om voortaan de 'echte' capaciteit in advertenties te vermelden. Bovendien komen Amerikaanse consumenten die tussen 22 maart 2001 en 15 februari jongstleden een losse harde schijf van het bedrijf kochten, in aanmerking voor gratis backupsoftware.
De door Western Digital gehanteerde berekeningswijze is al sinds de steentijd gebruikelijk. Computercomponenten als intern geheugen hebben omwille van hun ontwerp altijd een capaciteit die als een macht van twee kan worden uitgedrukt, maar door fabrikanten van harde schijven en ook netwerkapparatuur wordt in specificaties en advertenties de voorkeur gegeven aan de voordeliger ogende decimale berekening, die overigens geheel in overeenstemming met de prefixen van het Système International is: juist fabrikanten van bijvoorbeeld intern geheugen vermelden in feite systematisch te lage waarden. Omwille van de overzichtelijkheid introduceerde de IEC in 2003 de GiB of Gibibyte als aanduiding voor de 'binaire' GB, maar deze notatie is tot op de dag van vandaag weinig populair.