Het is niet iets waar we elke dag bij stil staan, maar de manier waarop en de richting waarin het internet zich ontwikkelt zijn vrij bijzonder. Er bestaat namelijk helemaal geen centrale autoriteit die 'de baas' is over het internet. Aan de ene kant heeft het internet daarmee altijd de ruimte gekregen om zich te ontwikkelen volgens de ideeën van gebruikers zoals wij, maar aan de andere kant mist het internet nu en dan ook de daadkracht en richting die een centraal orgaan aan de ontwikkeling zou kunnen geven. Dit proces is al sinds het begin van het internet gaande, maar het lijkt er nu op dat de discussie over de toekomst van internet binnenkort tot een climax zal komen. Van tien tot twaalf december vormt Genève namelijk het toneel voor de World Summit on the Information Society (WSIS).
De WSIS is een congres, georganiseerd door de International Telecommunications Union (ITU), waarop wereldleiders uit meer dan zestig landen ideeën uitwisselen over de vorm en toekomst van het internet. Het belangrijkste agendapunt is de benoeming van een 'internetoverheid'. Er zijn twee kandidaten voor deze belangrijke regulerende positie. De eerste is de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN), die in de praktijk al jaren een leidersrol speelt. ICANN wordt gesteund door de overheden van de Verenige Staten, Europa en andere Engelstalige landen als Australië. De grote concurrent is ITU, achter welke ontwikkelingslanden als China, India, Brazilië en Zuid-Afrika zich hebben geschaard.
Hoewel er al extra vergaderingen belegd zijn om deze strijd te beslechten, zijn de belangen voor de verschillende partijen te groot om een compromis te sluiten. Het lijkt er dan ook op dat de WSIS in december het toneel zal worden van een hevige machtsstrijd, waarbij de winnaar zich op zal mogen werpen als hoeder van het internet. Een van de belangrijkste argumenten tegen ICANN is de geschiedenis van de organisatie, welke begon als een quasi-onafhankelijk onderdeel van de Amerikaanse overheid. Hoewel ICANN nu inmiddels grotendeels onafhankelijk is, voelen velen zich toch ongemakkelijk bij de gedachte van een Californisch bedrijf als regulerende instantie voor het internet.
Tegenstanders van ITU claimen echter dat deze organisatie niet geschikt is voor de taak, aangezien zij bij de geboorte van het internet voor een andere standaard kozen die technisch en functioneel gezien inferieur was aan de huidige TCP/IP-standaard, die ontwikkeld is op Amerikaanse bodem. The Register verwacht dan ook dat ICANN als overwinnaar uit de strijd zal treden:
The truth of the matter though is that ICANN will survive. The countries with the most Internet expertise and, crucially, all but one of the 13 root servers that the Internet runs on are defending it.
Our ideal scenario would be for ITU to be given a veto role in the production of new protocols and standards; ICANN forced to become more accountable and transparent and offer to have its bylaws rewritten by an international committee; and the developing countries' consent bought by Western governments offering billions in funds to build up their infrastructure. But then that's the old Internet ideology slipping out again.